Twee Amerikaanse oude rotten in de bedrijfsadvocatuur, Ben Heineman en William Lee, pleiten er op Law.com voor om in deze belabberde economische tijden vaste tarieven te introduceren in de advocatuur. Daarmee worden volgens hen problemen voorkomen die voortvloeien uit budgettaire druk, zoals onvoorspelbaarheid, te hoge kosten, en vooral: de “gekmakende definitie van de term productiviteit” bij advocatenkantoren.
Voor advocatenkantoren die te maken hebben met een afnemende vraag en financiële problemen – zo niet crisis – bieden vaste tarieven uitkomst bij onder meer toenemende overheadkosten bij het factureerproces, cliënten die achteraf kortingen eisen en vertraagde betalingen. Zo leiden vaste tarieven uiteindelijk tot een betere afstemming tussen de kosten en kwaliteit van juridische dienstverlening. De wereldwijde kredietcrisis zou wel eens een impuls kunnen geven aan echte hervorming van dit deel van de economie, stellen Heineman en Lee in het artikel.
Heineman en Lee geven een handleiding voor tariefbepaling. Gegevens uit het verleden vormen daar het startpunt voor, schrijven ze. Bij complexe, risicovolle zaken kan het vaste tarief in segmenten worden opgesplitst. De totaalprijs is altijd gebaseerd op de kosten, waarbij het belangrijk is een onderscheid te maken tussen de feitelijke kosten bij een advocatenkantoor en de kosten plus winstmarges van de partners.
Vervolgens moet worden bepaald op welke manier de feitelijke kosten kunnen worden verminderd. Deze maatregelen mogen niet ten koste gaan van de kwaliteit van de resultaten; ook op dat vlak dienen de auteurs de lezer van advies. Tot slot besteden ze aandacht aan project management en budgetberekening.