In een serie artikelen besteden we de komende weken aandacht aan het veranderende landschap van de juridische dienstverlening, vooral in relatie tot de advocatuur en bedrijfsjuristen. Rechtsbijstandverzekeraars, bedrijfsjuristen, Legal Process Outsourcing, gerechtsdeurwaarders en de aanstaande verhoging van de competentiegrens passeren de revue. Hier deel I: rechtsbijstandverzekeraars en in-house counsel.
De afgelopen twee jaar lieten een flink toegenomen werkdruk zien bij de rechtsbijstandverzekeraars, door de advocatuur traditioneel gezien als de voornaamste concurrent. Het aantal zaken, met name arbeidsrechtszaken gerelateerd aan ontslag, steeg in 2009 explosief bij de meeste verzekeraars, toen de gevolgen van de crisis goed zichtbaar werden. De verwachting was dat de grootste golf achter de rug was en 2010 weer een afname liet zien, onder andere door veranderd claimgedrag en afname van aan de crisis gerelateerde ontslagzaken.
Dat lijkt inderdaad het geval. De stijgende lijn in het aantal zaken die vanaf 2006 is ingezet, is al vorig jaar afgevlakt. Waar in 2009 nog meer dan 400.000 zaken werden behandeld door de vijf grote verzekeraars (Achmea, DAS, ARAG, SRK en Univé) is de totale zaaksbelasting vorig jaar weer onder die grens uitgekomen, op 398.000.
Dit jaar zal de daling verder doorzetten, verwacht het Verbond van Verzekeraars. Sommige verzekeraars, zoals DAS, hebben vanwege de vermindering van het aantal zaken het aantal juristen in dienst teruggebracht. De verzekeraars verwachten door de verhoging van de competentiegrens niet meer zaken te zullen behandelen, maar deze wel vaker zelf af te handelen. Immers, er is minder snel een procesadvocaat nodig als de competentiegrens op 25.000 euro ligt per 1 juli. DAS, die ongeveer 4% van haar meer dan 100.000 behandelde zaken doorspeelt naar de advocatuur, zal meer zelf voor haar rekening nemen. De advocatuur kan dus minder opdrachten verwachten uit deze hoek in de tweede helft van dit jaar.
Via de rechtsbijstandverzekeraars ontstaat binnen de advocatuur overigens wel een oneigenlijke soort concurrentie. Enkele grote Zuidaskantoren als De Brauw Blackstone Westbroek en NautaDutilh, hebben met verzekeraars mantelcontracten opgesteld voor het doorspelen van zaken naar hun advocaatstagiaires. Deze groep in opleiding komt bij de grote kantoren niet altijd toe aan het maken van voldoende uren waarin geprocedeerd wordt, maar die wél nodig zijn om de opleidingspunten te halen. De verzekeraars laten deze zaken voor sterk verlaagde tarieven afhandelen door de Zuidas-stagiaires. Zo concurreren deze Zuidas kantoren indirect via de rechtsbijstandverzekeraars met kleinere kantoren en de eenpitters.
In-house counsels
Een volgende “concurrent” die door de advocatuur wordt genoemd, is tevens cliënt: de doe-het-zelvende bedrijfsjurist of advocaat in dienstbetrekking. Een managing partner van een groot advocatenkantoor noemt het zelfs de grootste concurrent van de topadvocatuur. Een voorbeeld van een doe-het-zelvend bedrijf is Sligro, dat concurrent Sanders supermarkten overnam zonder de hulp van een advocaat als extern adviseur.
Maar dat is niet de voornaamste ontwikkeling. Belangrijker is dat er in-house efficiënter gewerkt wordt, en dat verandert ook hoe de advocaat werkt. Bij de juridische afdelingen van grote bedrijven zijn er momenteel twee verschillende en deels tegengestelde ontwikkelingen te zien, volgens enkele ondervraagde managing partners en kenners van de bedrijfsjuristerij: de een ziet een bewuste keuze voor een kleinere, efficiënter werkende afdeling, met (externe) flexkrachten. Die kleinere afdelingen zijn geneigd om meer uit te besteden aan de advocatuur, om zo te besparen op personeelskosten. De andere trend die gesignaleerd wordt, is groei en meer in-house doen met hoogopgeleide en gespecialiseerde juristen, meestal afkomstig uit de advocatuur.
Het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen houdt geen cijfers bij, maar ziet vooral die laatste trend: efficiënter werkende bedrijfsjurist en op kleinere afdelingen, en relatief meer uitbesteding naar de advocatuur.
Volgende week deel II: Legal Process Outsourcing, gerechtsdeurwaarders en verhoging competentiegrens