De recent afgetreden managing partner Jan ter Haar van Clifford Chance heeft tijdens het interview soms even tijd nodig om de Nederlandse vertaling van een Engels of Duits woord te vinden. Hij spreekt over Preiswert, Quotes en Caps. Niet zo verwonderlijk voor een advocaat die veelal in buitenlandse talen zit te vergaderen. Bijvoorbeeld ook met mensen in India, waar inmiddels een belangrijk deel van de back office-werkzaamheden worden verricht, in het shared service centre van Clifford Chance. Deel I in een serie interviews over de advocatuur en de gevolgen van de kredietcrisis.
Gevraagd naar wezenlijke aanstaande veranderingen binnen de advocatuur, wijst Ter Haar in de eerste plaats op de toename van offshoring. Veel werk wordt door juridische medewerkers in India verricht – waaronder ook advocaten. Via een eigen integraal computersysteem kunnen alle advocaten en medewerkers van Clifford Chance wereldwijd precies volgen wat er gebeurt met een dossier. En communicatietechnologie maakt niet alleen offshoring op grote schaal mogelijk, ook de aard van het werk voor Nederlandse advocaten verandert, al was het maar omdat fysieke aanwezigheid niet altijd meer nodig is. “Due dilligence kan tegenwoordig helemaal virtueel, je hoeft er niet meer voor naar een dataroom.”
Sneller, transparanter, efficiënter: dat is waar het om draait. “Het stelt de advocaat in staat om zich te concentreren op de kern van de zaak: het leveren van een hoge toegevoegde waarde,” zegt Ter Haar. Die toegevoegde waarde wordt door de cliënt ook geëist. “Vroeger had de advocaat meestal een redelijk passieve rol bij grote transacties, nu heeft hij veel meer een leidende rol, uiteraard in nauw overleg met de in house counsel.”
De relatie met bedrijfsjuristen is aan het veranderen, stelt Ter Haar. “Vroeger leverde je als advocaat advies, nu doen we veel meer. We delen onze kennis met cliënten, bijvoorbeeld door het gratis beschikbaar stellen van modellen of door het geven van trainingen. Dat laatste doen we bij veel van onze cliënten meerdere keren per jaar.” Of een advocatenkantoor levert secondees: advocaten die op tijdelijke basis aan de slag gaan bij de cliënt. “Ik heb dat vroeger zelf ook gedaan, en ik vond het erg leuk. Het is goed voor de persoon in kwestie – hij/zij leert het bedrijf van binnen uit kennen – en het is zeker ook nuttig voor het bedrijf.” Clifford Chance levert gemiddeld acht tot tien secondees aan cliënten.
De door advocaten gehanteerde tarieven staan in de huidige omstandigheden onder druk, erkent Ter Haar. “Zuiver uurtje factuurtje is echt voorbij. Ik sluit in de transactiepraktijk vrijwel geen deal meer zonder quote of cap. Soms moet je terug naar de onderhandelingstafel, en dat kan wel eens een moeizaam proces zijn. Maar we komen er doorgaans wel uit. Los daarvan: de veranderde omstandigheden bieden ook kansen om dingen anders te doen.”
Sector focus
Clifford Chance is de laatste jaren bijvoorbeeld bezig met het introduceren van de zogeheten sector focus. Waar advocatenkantoren traditioneel zijn ingedeeld in praktijkgroepen (corporate, finance enz.), wordt er nu meer gekeken vanuit de behoefte van de cliënt. Cliënten uit sectoren als real estate, private equity, energy en healthcare worden nu bediend met gemengd samengestelde teams van experts. “Dat zien we als de toekomst,” zegt Ter Haar.
De reorganisatie van Clifford Chance – er gingen in het voorjaar tien advocaten uit – is helemaal afgerond. Het kantoor neemt ook nog steeds gewoon stagiaires aan, omdat “de aanvulling van onderaf op peil moet blijven,” aldus de managing partner. Wel ziet hij het er voorlopig minder van komen dat er hele teams van andere kantoren worden ingelijfd. Alhoewel: “Als er zich een hele goede opportunity voordoet, dan zullen we dat gewoon blijven doen.”
Ter Haar ziet de toekomst voor Clifford Chance met vertrouwen tegemoet, en hij denkt dat er nog wel wat marktaandeel te winnen valt, bijvoorbeeld door positief en creatief om te gaan met fees. Voor Nederland als geheel is hij wat minder positief: “Nederland is op dit moment erg aan de uitverkoop. Je ziet dat grote bedrijven vertrekken. Op termijn blijft dat natuurlijk ook voor de advocatuur niet zonder gevolgen.”