De innovatieve law firm is vooralsnog een mythe, en het bestaande managementmodel van de advocatuur is niet toereikend voor het moderne advocatenkantoor. Deze harde conclusies trekt organisatiedeskundige Ad Kil in zijn proefschrift Managementcompetenties van de managing partner van de law firm, dat hij vandaag verdedigt aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. “ICT wordt nog te veel gebruikt voor het bestaande interne productieproces, oftewel administratie, boekhouding en de interne bibliotheek, in tegenstelling tot standaard online juridisch advies,” aldus de onderzoeker.
Kil heeft zijn kwalitatieve onderzoek verricht bij zestien Nederlandse advocatenkantoren van verschillende grootte en samenstelling, waarbij hij zich concentreerde op de theoretische perspectieven van law firm management. Hij vergeleek kantoren op het gebied van bestuursvorm, leverage, waardediscipline, marktoriëntatie en schaalgrootte.
De verwachte ICT-revolutie in de advocatuur is in Nederland nog geen feit, stelt de promovendus. Advocatenkantoren dénken wel over beter intern organiseren van het productieproces, maar echt innovatief zijn ze nog niet. ICT wordt nog te veel gebruikt voor het bestaande interne productieproces, “oftewel administratie, boekhouding en de interne bibliotheek, in tegenstelling tot standaard online juridisch advies. Advocatenkantoren gebruiken ICT dus op een andere manier dan bijvoorbeeld verzekeringswebsites, waarop je je gegevens invoert, je polis uitprint en klaar.”
Klink stelt in zijn proefschrift onder meer vast over welke competenties managing partners van zowel aanbod- als vraaggerichte advocatenkantoren moeten beschikken. Ook ontwikkelt hij een business model voor het advocatenkantoor. Het noemen van voorbeelden over de telefoon is lastig, zegt Kil, omdat het een “complex model” betreft waarin verschillende competenties verbonden worden aan uiteenlopende disciplines.
Leverage
Volgens Kil is groei door alleen volume of specialisatie gevaarlijk, omdat beide leiden tot een slechtere leverage. Kil: “Een groter marktaandeel pak je vooral door innovatie. Meer kan ik hier op dit moment niet over kwijt, want op deze vraag moet ik ook antwoord geven bij de verdediging van mijn proefschrift.”
Grote kantoren zijn aanbodgericht en leggen de nadruk op goed organiseren, oftewel de waardediscipline ‘operational intelligence’. De leverage is volgens Kil slechter bij advocatenkantoren die streven naar een andere waardediscipline. Kleine kantoren met collegiale besturing hebben een betere leverage dan grote kantoren.
Kil vindt het opvallend dat weinig onderzoek wordt gedaan naar het management van advocatenkantoren. Daar komt binnenkort verandering in. In het voorjaar verschijnt in Nederland en Groot-Brittannië de commerciële editie van Kil’s proefschrift. Zijn bevindingen dienen straks als bron voor een opleidingspakket bij Universiteit Nijenrode, en waarschijnlijk ook in Engeland. Vanaf mei 2010 wordt samen met internationale lawfirm experts een internationaal onderzoek gestart naar de validatie van Kil’s managing partner-competentieprofiel. Dat gebeurt aan de hand van case studies in Nederland, België, Australië, Groot-Brittannië en Nieuw-Zeeland.