Advocaten zijn doorgaans te zeer gericht op de juridische inhoud, en te weinig op de wensen van hun klanten. Dat blijkt uit onderzoek dat Rabobank afgelopen juni verrichtte onder advocaten en het mkb. Rabobank pleit daarom in de branchestudie Pleidooi voor de klant – verder in advocatuur voor meer ondernemerschap van advocaten.
Zakelijke klanten zijn verantwoordelijk voor driekwart van de omzet in de advocatuur, maar van de mkb-bedrijven heeft eenderde geen zakelijke relatie met een advocaat of advocatenkantoor. “Daarmee laat de advocatuur rond € 500 miljoen aan omzet liggen,” aldus de Rabobank.
De advocatuur is niet klaar voor de toekomst, stelt Richard Jeurissen, sectormanager commerciële dienstverlening van Rabobank. Want de markt voor juridische dienstverlening is volop in beweging: met nieuwe aanbieders en met klanten die vragen om andere juridische diensten. Ook de wetgeving van het beroep verandert met het verschuiven van de competentiegrenzen voor civiele zaken van € 5.000 naar € 25.000, mogelijk per 1 januari 2011. Dit betekent dat dan veel meer zaken – zonder tussenkomst van een advocaat – aan een rechter kunnen worden voorgelegd.
Inhoud niet onderscheidend
Ondertussen blijven advocaten zich vooral richten op de kwaliteit van de inhoud, maar dat is geen onderscheidende factor meer, aldus de onderzoekers. Daar komt bij dat het aantal advocaten in de afgelopen tien jaar met 70% gestegen. Dit aantal stijgt de komende jaren verder, door toegenomen studiemogelijkheden. Zo is HBO-rechten één van de snelst groeiende richtingen met ruim 8.300 studenten in afgelopen jaar. Dat maakt ondernemerschap en onderscheid nog belangrijker.
Kansen voor de advocatuur liggen in het aanbieden van een transparant pakket met ‘standaard’ diensten voor nieuwe klanten, stellen de onderzoekers. Dat werkt drempelverlagend voor ondernemers die weinig ervaring hebben met juridische vraagstukken. Uit het Rabo-onderzoek blijkt dat één op de drie MKB-bedrijven nu geen enkele zakelijke relatie heeft met een advocaat of een kantoor. Dat betekent – met een abonnement voor 12 uur met een uurtarief van € 150 – een omzetpotentieel van € 500 miljoen, dat nu braak ligt.