In 2016 riep Mercedes-Benz het submerk ‘EQ’ in het leven, vergelijkbaar met AMG. Voortaan krijgen alle elektrische modellen dit label mee, zo verklaarden de Duitsers, die daarbij de ambitie uitspraken om in 2023 tien EQ’s in het leveringsprogramma te hebben. Een jaar geleden werden die woorden in daden omgezet, met de introductie van de EQC. Niet geheel toevallig een middelgrote SUV, want dat is nu eenmaal waar de markt om vraagt.
Door Ewoud Hallebeek
Niet dat dit de eerste EV van het merk is, overigens. Al in 2012 was er de Mercedes SLS AMG Electric Drive, twee jaar later gevolgd door de B-klasse Electric Drive. Maar dat waren probeersels in kleine oplagen, die vooral een marketingtechnisch doel dienden.
De EQC is de eerste stroom-Benz voor het grote publiek (de elektrische uitvoeringen van zustermerk Smart laten we even buiten beschouwing) en vormde het startschot voor een waar elektrisch offensief: de EQV – officieel een nieuwe MPV, maar feitelijk een opgeluxte en geëlectrificeerde Vito – werd afgelopen augustus voorgesteld, de compacte EQA en -B maken komend jaar hun opwachting, waarna het tijd wordt voor vlaggenschip EQS. Voor de volledigheid: ‘EQ’ is een samenvoeging van IQ en de E van ‘elektrisch’ en ‘emotie’, en staat voor ‘intelligente elektromobiliteit’.
Dat het de Stuttgarters ernst is, blijkt wel uit het feit dat de ontwikkeling van verbrandingsmotoren inmiddels is stopgezet. Althans, als we ontwikkelingschef Markus Schäfer tegenover het gezaghebbende Auto, Motor und Sport mogen geloven. Volgens Schäfer zullen de huidige krachtbronnen de komende jaren geleidelijk worden uitgefaseerd, om plaats te maken voor een honderd procent elektrisch modellenportfolio. Dat zijn nog eens uitspraken.
Mercedes benadrukt dat de EQC geen elektrische afgeleide is van een bestaand model, zoals de EQV wél is, maar van meet af aan als EV is ontworpen. Dat betekent echter niet dat er niet geput werd uit voorradige techniek. Omdat het ‘elektrische platform’ nog in ontwikkeling is, werd de GLC als uitgangspunt genomen (zo’n 20% van de onderdelen komt overeen), wat niet alleen de identieke wielbasis en de loze middentunnel verklaart, maar ook waarom hij in dezelfde fabriek in Bremen van de band loopt.
Geen stadse fratsen
Het uiterlijk is opvallend behoudend. Verwacht dus geen stadse fratsen als uitklappende portiergrepen of camera’s als buitenspiegels – doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, lijkt het devies te zijn geweest. En daar valt wat voor te zeggen. Audi bewandelde het zelfde pad bij de ontwikkeling van de e-Tron en dat lijkt de Ingolstadters geen windeieren te leggen.
Slechts één ontwerpfrivoliteit permitteerde Das Haus zich: de koplampen zijn optisch met elkaar verbonden door een LED-lichtbalk aan de bovenkant van de (functieloze) grille. Voor de rest staat er een moderne en smaakvolle auto, die van achteren enigszins doet denken aan de Porsche Panamera. Hooguit zou je kunnen zeggen dat het zwaar aangezette front vreemd dissoneert met het verder zo ingetogen uiterlijk, maar dat is een kwestie van smaak. Hoe dan ook vormt het het nieuwe EQ-familiegezicht, dus weet wat u te wachten staat. Waarbij we er nog graag op wijzen dat de gekozen lakkleur allesbepalend is voor de visuele impact.
Onze testauto was gespoten in Hightech Zilver (onderdeel van het € 12.342,- kostende actiepakket ‘Edition 1886’), wat van een blaartrekkend conformisme getuigt. Onze tip: briljantblauw metallic (€ 944,-) met 21-inch AMG-wielen (€ 1.815,-). Dan klopt het plaatje wél – mits u de aluminium treeplanken (€ 605,-) achterwege laat, natuurlijk, maar dat spreekt vanzelf. U woont immers niet in een verrijdbaar chalet.
Koninklijke standaarduitrusting
De EQC 400 4Matic, zoals de nieuweling voluit heet, wordt aangedreven door twee elektromotoren (één op elke as, daarom ook vierwielaandrijving), die samen goed zijn voor 408 pk en 760 Nm (0-100 km/u in 5,1 sec, topsnelheid 180 km/u). De motoren worden gevoed door een 80 kWh lithium-ion-accupakket, dat is weggewerkt in de vloer en onder de achterbank. De voorwielen worden aan de grond gehouden middels een conventionele wielophanging, de achterwielen zijn (vanwege het 625 kg wegende accupakket) luchtgeveerd. Een automaat is standaard. De auto heeft een theoretisch (WLTP-)bereik van 417 km, maar Mercedes is de eerste om toe te geven dat u dat niet gaat halen. Volgens het merk moet u in de zomer uitgaan van 360 km, in de winter van 260. Een verfrissend realistische benadering.
Die realiteitszin kan echter niet verhullen dat de EQC onderhuids weinig grensverleggend is. Net als de Jaguar i-Pace heeft hij – onbegrijpelijk genoeg – geen 3 fase-omvormer, maar een 1 fase. Dat betekent dat opladen teleurstellend traag gaat. Aan een snellader merk je daar niet zoveel van, want dan is de accu in 40 minuten voor 80% vol, maar aan een gewone laadpaal of wallbox neemt volledig opladen minstens 12 uur in beslag. Vergelijkbaar met de Jaguar, maar aanzienlijk trager dan de Tesla Model X en eerdergenoemde Audi e-Tron.
Daar staat een ronduit koninklijke standaarduitrusting tegenover: 19 inch lichtmetalen wielen, voorstoelen met druk-op-de-knopbediening, airco, navigatie, standkachel, parkeerhulp met 360 graden-camera, LED-verlichting rondom, keyless go, privacy-glas achter, elektrische achterklep, rem- en rijbaan-assistent, adaptieve cruise control, alarm, USB-aansluitingen in de bagageruimte, infotainment met persoonlijke assistent (‘Hey Mercedes’), 590 Watt Burmeister surround sound audiosysteem met 13 speakers, elektrisch schuifdak, draadloos telefoon-opladen, head-up display en Energizing Comfort, dat de sfeerverlichting en de klimatologische omstandigheden (geur, temperatuur, stoelverwarming) aan uw gemoedstoestand aanpast.
Zonder meerprijs wordt de auto voorzien van het AMG Line-exterieurpakket, met extra sportieve details. Kom daar maar eens om bij aartsrivaal Audi. Eigenlijk missen we alleen DAB+ radio en smartphone-integratie (Apple CarPlay en Android Auto). Dat is wel verkrijgbaar, maar dat je daarvoor extra moet betalen, is anno 2019, in een 80K-kostende auto die door zijn makers als hypermodern wordt gekenschetst, een vreemde omissie.
Het interieur is prachtig minimalistisch vormgegeven, met kamerbrede digitale (aanraak)schermen, touchpads en zwarte pianolak met aluminium-look accenten zover het oog rijkt. Verwennerij in optima forma, met een haast on-Mercedes-achtige terughoudendheid, zonder de nadruk te leggen op de bijzondere aandrijflijn en zonder de inzittenden het gevoel te geven in een rijdende versie van de Battlestar Galactica onderweg te zijn.
First world problems
Dat gezegd hebbende, moet ook worden vastgesteld dat sommige plastics goedkoop aanvoelen en dat de EQC geen ruimtewonder is. Voorin heeft niemand iets te klagen, maar achterin houdt het allemaal niet over. En ook de bagageruimte is – met 500 liter – niet overdadig. De Audi e-Tron doet het, met 660 liter, een stuk beter. U zou dan kunnen aanvoeren dat die 14 cm langer is en dat het nu eenmaal uit de lengte of de breedte moet komen, maar de 11 cm kortere GLC kan 550 liter verstouwen en dat geeft dan toch te denken. First world problems, net wat u zegt. En die accu’s moet je nu eenmaal érgens kwijt.
Het zelflerend MBUX-multimediasysteem past zijn instellingen aan aan uw voorkeuren, gewoonten en bewegingen, zodat het steeds intuïtiever wordt. Aan de hand van de gebruikte sleutel weet de auto wie er achter het stuur plaatsneemt en wordt alvast de meest favoriete omgeving gecreëerd. Voor € 250,- wordt het (bepaald niet foutloze) navigatiesysteem uitgebreid met ‘augmented reality’, waarbij de kaarten worden afgewisseld met live camerabeelden, waarover grafische aanwijzingen worden gelegd. Een geinige gadget, waarvan u geen wonderen moet verwachten.
Vliegend tapijt-rijervaring
Mercedes heeft met de EQC vol ingezet op comfort. De auto is onwerkelijk stil en zijdezacht geveerd, wat op de snelweg een welhaast vliegend tapijt-rijervaring oplevert. Zelden zoefden wij zo majestueus voort, geholpen door een van de fijnste adaptieve cruise controls die wij de laatste tijd tegenkwamen. Maar er kleeft ook een nadeel aan. De voorzijde is zó zacht gedempt, dat in de bebouwde kom, met alle putdeksels en verkeersdrempels van dien, wagenziekte verre van denkbeeldig is. Iets om serieus te beproeven bij een testrit.
In Nederland wordt de EQC aangeprezen als ‘de Mercedes-Benz onder de elektrische auto’s’. Spitsvondig. En in letterlijke zin niks op af te dingen. Maar vanzelfsprekend dienen we vooral de onderliggende boodschap te verstaan: beter dan dit wordt het niet. Of zoals het motto van Mercedes-Benz luidt: Das Beste oder nichts. En daar begint het toch wat te wringen. De EQC is namelijk niet de beste EV van dit moment. U koopt er een fantastisch comfortabele auto aan, met – voor wie daar gevoelig voor is – prestige in overvloed, maar de Audi e-Tron overklast hem op alle fronten en dat hadden wij vooraf niet gedacht.
De Mercedes EQC 400 4Matic is verkrijgbaar vanaf € 80.995. Op dit moment moet hij het vooral opnemen tegen eerdergenoemde e-Tron, i-Pace en Model X. Een select en overzichtelijk gezelschap. Opvallend genoeg is de EQC daarin de voordeligste, zeker als je de uitrusting in het vergelijk betrekt. Maar volgend jaar ligt het premium EV-speelveld er weer heel anders bij. Dan verschijnen de Tesla Model Y, de BMW iX3, de Volvo XC40 Recharge, de Polestar 2 en de goedkopere instapversie van de Porsche Taycan, terwijl de Audi Q4 e-Tron en de BMW i4 zich inmiddels ook al aan het warmlopen zijn.
Toegegeven, sommige daarvan verschillen fundamenteel van de EQC, zowel qua prijs als qua verschijningsvorm, maar de EV-markt staat nog in de kinderschoenen en de consument beweegt zich op dit moment kriskras door het autolandschap. Van merkentrouw is nauwelijks nog sprake, zodat het voor alle fabrikanten tot op zekere hoogte een kwestie van ‘op hoop van zegen’ is. Het zijn opwindende tijden.