Vorig jaar, tijdens de onthulling van de e-Tron, gaf Audi’s hoogste baas – de Nederlander Bram Schot – het ruiterlijk toe: “Zonder Tesla waren wij niet met een elektrische auto gekomen.” Inmiddels gaan de Duitsers echter dapper voorwaarts onder het motto ‘Electric has gone Audi’. Combineer dat met de aloude reclameslogan ‘voorsprong door techniek’ en het moge duidelijk zijn dat onze verwachtingen hoog gespannen waren.
Door Ewoud Hallebeek
“De e-Tron luidt voor Audi een nieuw tijdperk in,” zo stelde Schot. “We willen niet in het verleden blijven hangen.” Dat mag dan zo zijn, maar van een blanco tekenvel was bij de ontwikkeling nochtans geen sprake. De in een Co2-neutrale fabriek in Brussel gebouwde SUV staat niet, zoals de meeste van zijn concurrenten, op een speciaal ontwikkeld platform. Dat is er wel (een samenwerkingsverband met Porsche), maar zal pas op zijn vroegst in 2022 zijn opwachting maken. Om de elektrische boot niet te missen, staat de e-Tron daarom op een aangepast Q7-onderstel. Dat verklaart meteen het imposante leeggewicht van 2.490 kg, want 700 kg aan accu’s moffel je nu eenmaal niet ongemerkt weg. En dan te bedenken dat de eerste VW Golf 750 kilo woog. Das war einmal.
Met een lengte van 4,9 meter zit de e-Tron precies tussen de Q5 en de Q7 in. Of, als u dat liever heeft, tussen de Jaguar i-Pace en de Tesla Model X. En dat zijn dan, samen met de onlangs geïntroduceerde Mercedes EQ C, ook meteen zijn grootste concurrenten. Dat gezegd hebbende, denken wij dat de gemiddelde e-Tron-koper een i-Pace of Model X niet eens in overweging neemt. Veel te excentriek. Hij/zij valt juist voor het ‘normale’ van de Audi. Want waar de meeste merken, ter illustratie van hun vooruitstrevendheid, hun EV’s vooral als ‘anders’ positioneren, benadrukken de Ingolstadters juist hoe niet-afwijkend de e-Tron is: gewoon een Audi als elke andere, maar dan toevallig elektrisch aangedreven.
Koudwatervrezers
En dat zou zo maar eens een briljante marketingstrategie kunnen zijn. De sceptici en koudwatervrezers zijn op dit moment immers nog altijd in de meerderheid. Vandaar het ‘gewone’ uiterlijk, inclusief overbodige grille, en de tamelijk doorsnee prestaties. De twee elektromotoren leveren, gevoed door het 95 kWh Lithium-ion accupakket, 360 pk en 561 Nm, wat kortstondig – middels een 8 seconden durende ‘overboost’ – naar 408 pk en 660 Nm kan worden getild. Keurige waarden, maar er moet wel 2,5 ton in beweging worden gebracht. Een nul-tot-honderd-tijd van 6,6 seconden (overboost: 5,7) en een topsnelheid van 200 km/u doen dan ook geen concurrent van kleur verschieten. Dat realiseert Audi zich ook en dus is de komst van een Performance-uitvoering al aangekondigd, evenals overigens een goedkopere instapversie (daarover verderop meer) en een coupé-achtige Sportback. Dat u het maar weet.
Op de standaard 19-inch wielen heeft de e-Tron 55 Quattro, zoals onze testauto officieel heet, een WLTP-bereik van 417 km. Met iedere inch extra levert u 20 km in. Ons exemplaar stond op 21-inch lichtmetaal en had aldus een theoretische actieradius van 380 km, wat in de praktijk neerkomt op zo’n 300 km. Vergelijkbaar met de Jaguar i-Pace en onder dagelijkse Nederlandse omstandigheden alleszins bruikbaar, maar een Tesla komt minstens 100 km verder (de Model X Long Range haalt zelfs bijna het dubbele) en dat is best een groot verschil. Daar staat tegenover dat u in Europa met de e-Tron bij 72.000 laadpunten van 220 providers terecht kunt (bij een snellader zit de accu in 30 minuten voor 80% vol, volledig opladen bij een gemiddelde laadpaal duurt een uurtje of 8) en dan moet het toch raar lopen wilt u droog komen te staan. Tegen meerprijs (€ 543) monteert Audi aan beide zijden van de auto een laadpunt. Neem van ons aan: dat is de eerste optie om aan te vinken.
Virtual mirrors
Over accessoires gesproken: de e-Tron is leverbaar met zogeheten ‘virtual mirrors’. Op de plaats waar normaliter de buitenspiegels zijn gemonteerd, hangen nu sexy camera’s, die hun beelden versturen naar 7-inch OLED-schermpjes in de portieren. Die camera’s hebben een lagere luchtweerstand dan conventionele spiegels en dat is goed voor het bereik (volgens Audi scheelt het 8 km), terwijl het windgeruis aanzienlijk afneemt. Na enige gewenning leer je er mee leven, maar echt handig wordt het nooit. Met name achteruit inparkeren blijft een hachelijke onderneming; daar doet de parkeerhulp (die overigens een tamelijk paniekerig, om niet te zeggen viswijverig karakter heeft: te pas en – vooral – te onpas word je getrakteerd op volslagen hysterisch gepiep) niets aan af.
De virtuele spiegels staan in de optielijst voor € 1.857. Op het eerste gezicht een schappelijke prijs voor zo’n coole gadget, want dat is het natuurlijk gewoon. Maar dan moet u wel ook het City- (€ 1.630), het Pro Line S- (€ 5.900) of het Pro Line Plus-pakket (€ 7.500) hebben aangevinkt, en dan begint de lol er toch een beetje vanaf te gaan. Gaat u voor de goedkoopste optie, kies dan het Technology-pakket. Dan bent u voor € 2.800 klaar en hoeft u alleen nog maar de vingers te kruisen dat vandalen en andere onverlaten er vanaf blijven.
En nu we toch bezig zijn: leren bekleding is een extra, evenals elektrische spiegels en stoelen, stoelverwarming, DAB+ radio, USB-poorten achterin, head-up display, smartphone-interface, adaptieve cruise-control en verkeersbordherkenning, om maar wat voorbeelden te noemen. Waarmee we maar willen zeggen dat u voor verwennerij die elders in deze prijsklasse tot de vanzelfsprekendheden behoort, bij Audi de knip dient te trekken. Maar er is ook reden tot vrolijkheid, want luchtvering en vierwielaandrijving zijn standaard. Dat is bij top-EV’s weliswaar eerder regel dan uitzondering, maar dat doet niets af aan het feit dat het uitermate fijne toevoegingen zijn.
Comfort in hoofdletters
En fijn rijdt de e-Tron. Het weggedrag is uitstekend, maar sportiviteit hoeft u er niet van te verwachten. Daarvoor is hij te groot, te zwaar en is de besturing te weinig informatief. Daar staat echter tegenover dat comfort in hoofdletters wordt geschreven. Hij is ruim en stil, de gebruikte materialen zijn fraai en de afwerking is onberispelijk – zoals het een über-Audi betaamt. De e-Tron doet niets wat andere EV’s niet kunnen – in dat opzicht is van ‘voorsprong door techniek’ geen sprake -, maar is wel één van de fijnst rijdende Audi’s van dit moment. Een groter compliment is nauwelijks denkbaar. Naast de beperkte actieradius en idem uitrusting zouden wij alleen kunnen tegenwerpen dat hij in alle opzichten wel héél erg digitaal is. Daar moet je van houden.
De Audi e-Tron 55 Quattro is verkrijgbaar vanaf € 84.100. Realistischer is echter om, gezien de optielijst, rekening te houden met minimaal een ton (onze testauto kwam uit op € 115.082). Maar dat is dan wel inclusief zes jaar (of max. 180.000 km) gratis onderhoud en APK, twee jaar volledige fabrieksgarantie zonder kilometerbeperking en acht jaar (of max. 160.000 km) garantie op het accupakket. Alles om eerdergenoemde koudwatervrezers over de streep te trekken.
Vindt u dat desondanks een wat al te forse aanslag op uw portemonnee, weet dan dat eind dit jaar de e-Tron 50 Quattro leverbaar wordt. Voorzien van een 71 kWh-accupakket (313 pk, 540 Nm, 0-100 in 7 sec, 190 km/u), een WLTP-bereik van, volgens zijn makers, ‘meer dan 300 kilometer’ en een vanafprijs van € 71.900. Orders worden nu al geschreven, in november begint de uitlevering. Dat betekent dat snelle beslissers 4% bijtelling over de eerste € 50.000 betalen, in plaats van 8% in 2020 (alles daarboven gaat tegen het reguliere tarief van 22%). Als u kunt leven met de beperkte actieradius, zou de € 82.900 kostende 50 Launch Edition Vorsprung (een tijdelijk leverbaar actiemodel) zo maar de ideale e-Tron kunnen zijn. Voorzien van bijna alle denkbare opties en desondanks € 1.200 goedkoper dan de allerkaalste ‘55’. U bent per slot van rekening wel goed, maar niet gek.