Flexwerkers die als gevolg van de coronacrisis een substantieel inkomensverlies hebben geleden, kunnen naar verwachting vanaf 22 juni bij UWV een aanvraag doen voor de TOFA-regeling. De UWV werkt momenteel aan het inrichten en testen van het aanvraag- en uitkeringsproces.
De voorwaarden voor de regeling zijn gepubliceerd in de Staatscourant. De TOFA (Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten) is bedoeld als vangnet voor mensen die vanwege de coronacrisis een forse terugval hebben in hun inkomen, geen aanspraak kunnen maken op WW, bijstand, of een andere socialezekerheidsregeling, en een tegemoetkoming nodig hebben als bijdrage in de kosten van hun levensonderhoud. De Tweede Kamer verzocht om een oplossing voor deze groep.
Wie in februari meer dan 400 euro aan bruto-inkomsten (drempelbedrag) had en in april meer dan in de helft daarvan is verloren, komt in aanmerking voor een vaststaand eenmalige bruto tegemoetkoming van 550 euro per maand voor de maanden maart, april en mei. De aanvrager mag in deze periode geen uitkering hebben ontvangen. Zowel het drempelbedrag als het tegemoetkomingsbedrag zijn op verzoek van de Tweede Kamer lager dan in het oorspronkelijke kabinetsvoorstel. Hiermee wordt de groep mensen die aanspraak maakt op de regeling verruimd en komen er onder andere meer studenten voor in aanmerking.
Minder bescherming
Door bijvoorbeeld de referte-eis in de werkloosheidswet (WW) en de vermogens- en partnertoets in de bijstand is er een groep werknemers van wie weliswaar de inkomsten wegvallen, maar die geen recht heeft op een uitkering. Het gaat daarbij vooral om flexwerkers – met name oproepkrachten en uitzendkrachten – die, door hun flexibele arbeidscontract, minder beschermd zijn dan werknemers met een vast contract.
Naar schatting komt maximaal één derde van de werknemers met een oproep- of uitzendcontract niet in aanmerking voor WW.
Meer informatie: Staatscourant 2020, 31395
Dit bericht is eerder gepubliceerd op Taxence.nl