De kantonrechter in Amsterdam heeft geoordeeld dat de overeenkomsten tussen Uber en Uber-chauffeurs gekwalificeerd moeten worden als een arbeidsovereenkomst, omdat er voldaan is aan de kenmerken arbeid, loon en gezag. Verder is Uber wettelijk gehouden om de CAO Taxivervoer na te leven.
Feiten
Uber biedt taxiritten aan via haar Uber-app. Taxichauffeurs hebben de mogelijkheid om actief te zijn op het Uber-platform door zich aan te melden op de website of de Uber-app en akkoord te gaan met de ‘Voorwaarden voor onafhankelijke Uber-partners’, waarin onder meer is bepaald dat de chauffeurs de ritten uitvoeren als zelfstandig ondernemers en niet als medewerkers van Uber.
Uber maakt bij het aanbieden van de rit via haar app gebruik van een algoritme. Na het inloggen op de Uber-app krijgt de chauffeur ritten aangeboden. De chauffeur die de rit als eerste accepteert, krijgt de rit toebedeeld. De passagier betaalt de ritprijs aan Uber. Uber betaalt de chauffeurs wekelijks/dagelijks de totaalsom van gemaakte ritten uit. Op de ritprijs wordt een bedrag van 25% aan servicekosten ingehouden.
FNV vorderde bij de rechtbank Amsterdam onder meer een verklaring voor recht dat de CAO Taxivervoer, voor de periodes dat deze cao algemeen verbindend verklaard is (geweest), van toepassing is op de Uber-chauffeurs en dat Uber deze cao voor de periodes dat de cao algemeen verbindend verklaard is (geweest) integraal moet naleven.
Oordeel kantonrechter
In de kern komt het geschil neer op de vraag of de verhouding tussen Uber en de chauffeurs moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. Zo ja, dan dient vervolgens te worden beoordeeld of de CAO Taxivervoer van toepassing is.
Het toetsingskader voor de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst wordt gevormd door art. 7:610 BW, nader ingevuld door (onder meer) de twee arresten Groen/Schoevers (ECLI:NL:HR:1997:ZC2495) en X/Gemeente Amsterdam (ECLI:NL:HR:2020:1746).
Het (persoonlijk) verrichten van arbeid
Dat de chauffeurs arbeid voor Uber verrichten, lijdt geen twijfel. Zij vervoeren dankzij de Uber-app passagiers voor Uber. De bezigheden zijn ook zinvol voor Uber, nu deze door het gebruik van de Uber-app voor haar van toegevoegde waarde zijn, omdat het bedrijf een percentage van de ritprijs ontvangt. Bovendien moet een chauffeur ook persoonlijk de arbeid verrichten, omdat een chauffeur moet beschikken over bepaalde vergunningen en zich daarom niet kan laten vervangen.
Loon
Niet in geschil is dat de chauffeurs een vergoeding ontvangen voor een taxirit. De omstandigheid dat de passagiers de ritprijs aan Uber Pay (een andere entiteit) voldoen, en dat Uber Pay het hun toekomende deel aan de chauffeurs betaalt, betekent niet dat de chauffeurs van Uber geen loon voor hun werkzaamheden ontvangen. De benaming van het loon is niet van belang; de vorm van uitbetaling evenmin.
In dienst van: gezagsverhouding
Geoordeeld wordt dat in de verhouding tussen Uber en de chauffeurs sprake is van een ‘moderne gezagsverhouding’, waarbij het criterium ‘gezag’ een meer indirecte (vaak digitale) controlerende invulling heeft gekregen. De kantonrechter legt dit als volgt uit.
De chauffeurs kunnen zich alleen bij Uber aanmelden middels de Uber-app. De voorwaarden waaronder zij de app kunnen gaan gebruiken, zijn voor hen niet onderhandelbaar. Uber bepaalt eenzijdig de voorwaarden waaronder de chauffeurs werken, welke voorwaarden ook eenzijdig door Uber kunnen worden gewijzigd.
Verder bepaalt het algoritme van de app op welke wijze de ritten worden verdeeld en welke prioriteiten daarbij worden gesteld. De chauffeurs hebben geen invloed op die prijs, aangezien Uber de tarieven vaststelt. Weliswaar kunnen de klant en de chauffeurs in onderling overleg de ritprijs aanpassen door een andere dan de voorgestelde route te nemen, maar van een vrije onderhandeling tussen passagier en chauffeur is geen sprake.
Er gaat ook een zekere disciplinerende werking uit van de Uber-app. De chauffeurs krijgen immers een rating en worden zo dus beoordeeld, wat invloed kan hebben op de toegang tot het platform van Uber en het aanbod van de ritten. Daar komt bij dat Uber ‘aan de knoppen van de app kan draaien’ en de instellingen kan wijzigen. Dit is van invloed op de door de chauffeurs te behalen rangen en in verband daarmee het aanbod van de ritten. De door Uber zo bepleite ondernemersvrijheid is hierdoor in wezen afwezig.
Conclusie
Concluderend wordt vastgesteld dat de overeenkomsten tussen Uber en de chauffeurs moeten worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst.
Toepasselijkheid CAO Taxivervoer
Aangezien Uber een rechtspersoon is die in Nederland één of meer werknemers arbeid doet verrichten in de zin van artikel 1.2 van de CAO Taxivervoer, valt zij onder de werkingssfeer van deze cao. Uber dient deze, voor zover de CAO Taxivervoer algemeen verbindend is verklaard, op de arbeidsovereenkomsten van de chauffeurs toe te passen.
Nu sprake is van een arbeidsovereenkomst en Uber onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer valt, is zij wettelijk gehouden de uit de cao voortvloeiende verplichtingen jegens de chauffeurs na te leven. Dat betekent dat Uber het achterstallige loon moet voldoen aan de chauffeurs. De door FNV gevorderde verklaringen voor recht worden derhalve toegewezen, uitvoerbaar bij voorraad.
Belang arrest X/Gemeente Amsterdam
Deze uitspraak bevestigt wederom het belang van het arrest X/Gemeente Amsterdam met betrekking tot schijnzelfstandigheid. In Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben de rechters al eerder geoordeeld dat de Uber chauffeurs moeten worden beschouwd als werknemers. Vergelijk ook het arrest van begin dit jaar van het Hof Amsterdam in de procedure tussen FNV en Deliveroo (zie mijn eerdere blog). Uber heeft aangegeven in hoger beroep te gaan, dus wordt vervolgd…
Meer weten over dit onderwerp?
Mr. Marit Beukhof en mr. Thirza van Loon schreven voor OpMaat Arbeidsrecht+ een uitgebreide en actuele Practice Note over het onderwerp ‘Kwalificatie arbeidsovereenkomst’.