De Europese Commissie heeft onlangs een voorstel gepresenteerd om platformwerkers – zoals maaltijdbezorgers – beter te beschermen en meer zekerheden te geven. Voorgesteld wordt dat platformwerkers ‘gewone’ werknemers zijn, tenzij het platformbedrijf aantoont dat sprake is van een zelfstandige.
Het doel van het voorstel is om misbruik en uitbuiting van de platformwerkers aan te pakken en de werkers meer zekerheden te geven. Op dit moment werken meer dan 28 miljoen mensen in de EU voor een platformbedrijf. Dit aantal zal naar verwachting zijn gegroeid tot 43 miljoen in 2025. De grote meerderheid van deze mensen zijn echte zelfstandigen. Geschat wordt echter dat 5,5 miljoen mensen ten onrechte als zelfstandige zijn ingedeeld.
Inhoud EU-voorstel
Volgens de voorgestelde EU-richtlijn zijn mensen die voor deze platformen werken alleen zelfstandig als maximaal één van de volgende vijf criteria op hen van toepassing zijn.
- het platform bepaalt de beloning;
- het platform stelt eisen aan het uiterlijk. De werkende moet bijvoorbeeld een uniform, tas of pet dragen met opdruk of logo van het platform;
- het platform monitort met digitale middelen, met name via een algoritme, de prestaties van de werkende of de kwaliteit van de output;
- het platform bepaalt de werktijden, dus hoe lang en wanneer iemand werkt;
- het platform beperkt de mogelijkheden van de werkende om voor anderen te werken.
Iemand die met tenminste twee van deze vijf criteria te maken heeft, is in loondienst bij het platform als werknemer. En dan moet iemand dus ook worden behandeld als een werknemer volgens de wetten van het land waar het bedrijf is gevestigd.
Gevolgen voor werkers
De platvormwerkers hebben als werknemer minstens recht op minimum(uur)loon, betaalde vakantie, uitkering bij ziekte, pensioenopbouw, verzekeringen en verlofregelingen, aldus de commissie. Het voorstel zou gelden voor zo’n vier miljoen platformwerkers in de EU. De platformwerkers zullen er minimaal 121 euro per jaar op vooruitgaan. In het beste geval verdienen ze 1.800 euro per jaar meer. De Europese Commissie schat in dat dit de platforms zo’n 4,5 miljard euro per jaar extra zal kosten.
Meer inzicht
In het EU-voorstel krijgen zowel werknemers als zelfstandigen bij platforms het recht op inzicht in hoe taken worden toegewezen en de prijzen worden berekend, en hoe ze worden gemonitord. Dat gebeurt via algoritmes, maar de commissie eist ook een menselijke maat. Platformwerkers moeten kunnen communiceren met hun opdrachtgever en ook collectief over arbeidsvoorwaarden kunnen onderhandelen.
Bewijslast
Bijzonder aan dit EU-voorstel is de omgekeerde bewijslast. Niet de platformwerker moet bewijzen dat hij in loondienst is, maar het platformbedrijf moet aantonen dat de werkende echt zelfstandig is. Dat kan alleen door aan te tonen dat minstens vier van de vijf genoemde criteria niet van toepassing zijn op de werkende. In beginsel wordt dus uitgaan van een dienstverband, tenzij het platform op deze manier kan aantonen dat de werkende echt zelfstandig is.
Reacties
Het voorstel van de Europese Commissie om platformwerkers beter te beschermen tegen schijnzelfstandigheid, weerspiegelt niet de werkelijkheid, zegt de Europese werkgeversorganisatie BusinessEurope. Veel platformwerkers, zoals taxichauffeurs, huishoudelijke hulpen of maaltijdbezorgers, willen zelf als zzp’er werken, aldus BusinessEurope. De vakbonden en veel Europese politici reageren grotendeels juist positief op de voorgestelde richtlijn, die ervan uitgaat dat veel platformwerkers in feite werknemers zijn die dus ook recht hebben op een minimumloon, betaald verlof en een pensioen.
Ingangsdatum EU-voorstel
Het voorstel zal eerst door het Europees Parlement en de Raad worden besproken. Als de richtlijn wordt goedgekeurd (naar verwachting tweede helft van 2022), hebben de lidstaten vervolgens twee jaar de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten.
Europese rechtspraak
In de afgelopen jaren zijn er in Nederland en elders in Europa diverse rechtszaken geweest over de vraag of de platformwerkers moeten worden beschouwd als werknemers. Denk hierbij aan de Deliveroo-zaak van begin dit jaar of de zaak over de Uber taxichauffeurs van drie maanden geleden. In beide zaken heeft de Nederlandse rechter geoordeeld dat de werkers in loondienst zijn van het platform.
Ook de hoogste Britse rechter oordeelde begin dit jaar dat platformwerknemers van Uber werknemers zijn en geen zzp’ers. Het Spaanse Hooggerechtshof heeft vorig jaar geoordeeld dat de Spaanse maaltijdbezorger Glovo een arbeidsrelatie heeft met zijn bezorgers en niet slechts een tussenpersoon is. Het Franse Hof van Cassatie heeft begin vorig jaar geoordeeld dat een chauffeur van taxiplatform Uber als werknemer wordt gezien en niet als zelfstandige. Ook de Zwitserse rechter eiste dat Uber Eats bezorgers alleen mogen werken met een arbeidsovereenkomst
Daarentegen oordeelde de Belgische rechter begin deze maand dat de koeriers van Deliveroo in België wel worden gekwalificeerd als zelfstandigen en niet als werknemers. Zo oordeelde ook het Britse hof van beroep een half jaar geleden.
Rechters oordelen verschillend
In Europa oordelen verschillende nationale rechters kortom verschillend over de vraag of platformwerkers in loondienst zijn van het platformbedrijf. Het is dan ook goed dat de Europese Commissie met een voorstel komt om te zorgen dat binnen de Europese Unie één lijn wordt getrokken. In hoeverre het EU-voorstel in deze vorm gehandhaafd blijft zal in de loop van komend jaar moeten blijken. Tot het moment van omzetting in nationale wetgeving zal de onduidelijkheid omtrent de platformwerkers helaas blijven bestaan…
Meer weten?
Meer weten over dit onderwerp? Mr. Marit Beukhof en mr. Thirza van Loon schreven voor OpMaat Arbeidsrecht+ een uitgebreide en actuele Practice Note over het onderwerp ‘Kwalificatie arbeidsovereenkomst’.