Bestemd voor: advocaten, notarissen en (bedrijfs)juristen
Het ondernemingsrecht in Nederland kent geen apart wettelijk lichaam dat ziet op concernverhoudingen. Anders dan bijvoorbeeld in Duitsland moeten wij ons redden met een enkele bepaling in Boek 2, uitgangspunten van Europees recht en daarnaast de jurisprudentie.
In deze cursus staat het groepsbegrip centraal, waar het gaat om thema’s als economische- en organisatorische samenhang alsook het uitgangspunt van centrale leiding. U leert meer over de denkbare spanningen tussen bestuur van moeder- en dochtermaatschappij, waar het bestuur van de moeder het concernbeleid vorm zal willen geven, terwijl het bestuur van de dochter zich primair zal moeten richten op het belang van de door haar bestuurde vennootschap.
Aan de orde komen onder meer:
Wettelijke definities als die van de dochtermaatschappij en de vraag in hoeverre ook personenvennootschappen als dochtermaatschappij kunnen worden aangemerkt;
De vraag wat de concernaansprakelijkheid van de moeder voor de schulden van dochtermaatschappijen triggered en welke rol de 403-verklaring daarin speel;
Aspecten van het jaarrekeningenrecht