‘WEES GEWAARSCHUWD: deze advocaat heeft 7 maanden lang een spelletje gespeeld met ons, de raad van rechtsbijstand en de belastingdienst (door beiden bevestigd)’, aldus de inleiding van een recensie namens een ex-cliënt over het Rotterdams Katz Advocaten. Laster en smaad, aldus het kantoor. dat een kort geding aanspande. Tevergeefs: van feitelijke onjuistheden is niets gebleken en de review – die bovendien een persoonlijke mening weergeeft – is niet onnodig grievend, stelt de rechter.
Door Joris Rietbroek
Een ondernemer schakelt begin 2015 Katz Advocaten in wegens een naheffingsaanslag en een vordering uit een onrechtmatige daad van een mede-vennoot. Een advocaat bevestigt de opdracht en factureert in mei ruim 1500 euro, waarvan een deel voor nog te verrichten werkzaamheden. Half juli beëindigt de cliënt de opdracht, waarna zijn dochter een giftige review over de dienstverlening publiceert op Google en De Telefoongids.
De dochter schrijft onder meer dat de advocaat naliet om ‘bezwaren te onderbouwen’ en ‘actie te ondernemen in ons dossier’. ‘Natuurlijk bleef hij tussentijds gewoon factureren. Het toezenden van een urenverantwoord was hij meerdere malen ‘even vergeten’. […] De zaak hebben wij ingetrokken en overhandigd aan een accountantskantoor. Dit accountantskantoor heeft de zaak in vier uren kunnen oplossen. 7 maanden een dossier in bezit, maar nog geen zinnig letter op papier gezet naar wie dan ook, maar ondertussen wel factureren! Een schande! Wees gewaarschuwd als u in zee wilt gaan met deze man!’
De advocaat verzoekt vervolgens dringend om de recensie te verwijderen, inclusief dreiging met een kort geding. ‘Deze uitlatingen tasten mijn goede naam en faam aan als gevolg waarvan wij schade lijden. […] De feiten zoals u die stelt in bovenbedoelde recensies zijn moedwillig onjuist en onnodig grievend en dus onrechtmatig.’ De recensie blijft online staan, dus komt het tot het kort geding, met de eis dat de ‘onjuiste, ongenuanceerde, negatieve, onnodig grievende, smadelijke en lasterlijke’ recensie op Google en andere ‘lasterlijke uitlatingen’ over het kantoor binnen 48 uur worden verwijderd, op straffe van een dwangsom.
Nu hebben het kantoor en de advocaat in deze kwestie onvoldoende onderbouwd dat de dochter de gewraakte recensie mede namens haar vader heeft geplaatst, aldus de voorzieningenrechter. Alleen al hierom wordt de vordering afgewezen. Vervolgens gaat de rechter in ‘op het spanningsveld tussen het recht op uitingsvrijheid (artikel 10 EVRM) enerzijds en het recht op bescherming van eer en goede naam anderzijds’. Daarbij is het van groot belang dat de gehekelde passages afkomstig zijn uit een recensie, ‘waarbij het voor de lezer voldoende duidelijk is dat de inhoud slechts de mening van de schrijver weergeeft. Bij het plaatsen van een dergelijke review heeft de schrijver de vrijheid om zijn mening te geven over de door [eiser] verleende dienstverlening, waarbij het stevig aanzetten van de mening en het enigszins overdrijven, zij het niet ongelimiteerd, is geoorloofd en het beginsel van hoor en wederhoor niet aan de orde is’.
‘We hebben alle zorg in acht genomen die van een advocaat mag worden’, luidt kortweg het verweer van het advocatenkantoor. Daar denkt de voorzieningenrechter, net als de cliënt, anders over. ‘Na ruim 4 maanden was noch het inhoudelijk bezwaar bij de Belastingdienst noch de schriftelijke aansprakelijkstelling van de ex-vennoot van [gedaagde2] de deur uitgegaan, maar was door [eiser] inmiddels wel een bedrag van circa € 1.500,00 bij [gedaagde2] gedeclareerd. Vervolgens heeft [gedaagde2] zich gewend tot M&R Accountants, die de kwesties tegen betaling van een bedrag van € 680,00 binnen 1,5 maand had opgelost’.
Uit al deze omstandigheden blijkt kortom niet dat de inhoud van de review feitelijk onjuist is. Daarbij zijn de gekozen bewoordingen niet onnodig grievend en moet het kantoor zelf de mogelijkheid tot het plaatsen van een review hebben opengesteld, redeneert de voorzieningenrechter. Alle belangen tegen elkaar afwegend is de recensie niet onrechtmatig jegens het advocatenkantoor, stelt hij, om hierop alle vorderingen af te wijzen. ‘Duidelijk is dat [gedaagde1] een persoonlijke mening over een negatieve ervaring deelt.’