De stagiaire-ondernemer die onlangs van de Raad van Discipline een spoedschorsing kreeg omdat zij zonder stageverklaring doorwerkte als advocaat, mag onder toeziend oog van een ‘ervaren advocaat als ware deze haar patroon’ toch haar praktijk voortzetten. Het Hof van Discipline bepaalde dit vorige week en hief de schorsing op.
De advocate was in beroep gegaan tegen een schorsing voor onbepaalde tijd die de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden haar half februari had opgelegd. Die schorsing volgde nadat de Algemene Raad van de NOvA in augustus 2016 had geweigerd haar een stageverklaring te geven, met het oordeel dat haar stageperiode verlengd moest worden om bij te leren en meer ervaring op te doen. Dit was tegen de zin van de advocate, die hiermee niet instemde en intussen haar kantoor voortzette. Ook nadat haar beroep tegen de weigering zelf ongegrond was verklaard.
De Algemene Raad besliste hierop dat de advocate per 1 februari 2017 van het tableau zou worden geschrapt, nog een besluit waartegen zij bezwaar indiende. Intussen moet de voorzieningenrechter in Overijssel nog beslissen of de weigering van de stageverklaring dor de Algemene Raad terecht is geweest.
In afwachting van die uitspraak mag de stagiaire-ondernemer nu toch blijven doorwerken als advocaat, heeft het Hof van Discipline op 6 maart beslist. Weliswaar zijn er ‘gronden aanwezig’ voor een schorsing voor onbepaalde tijd omdat de advocate al sinds 16 augustus 2016 haar praktijk voerde zonder begeleiding van een patroon of een stageverklaring. De situatie waarin zij nu zit, is volgens het hof echter ‘diffuus’ te noemen. ‘Verweerster heeft in de periode van 16 augustus 2016 tot 14 februari 2017 in dezelfde diffuse situatie praktijk gevoerd terwijl niet is gebleken dat zich in die periode opnieuw incidenten hebben voorgedaan,’ aldus het hof.
Toch zijn er genoeg aanwijzingen dat de advocate haar praktijk niet behoorlijk zelfstandig kan uitvoeren. Daarom beslist het hof tot een voorziening: ‘Verweerster zal haar praktijk uitoefenen onder begeleiding van een ervaren advocaat als ware deze haar patroon. Deze voorziening geldt totdat de rechtbank uitspraak zal hebben gedaan op het verzoek van verweerster tot het treffen van een voorlopige voorziening in de beroepsprocedure over het besluit van de algemene raad van 21 december 2016’.