De Raad van Discipline in Den Haag heeft advocaat Mischa Wladimiroff een enkele waarschuwing gegeven voor het aannemen van voormalig topambtenaar Joris Demmink als cliënt, terwijl hij eerder de belangen behartigde van de tot levenslang veroordeelde Hüseyin Baybasin. Dat blijkt uit een uitspraak van de raad van maandag 23 maart, die ongeanonimiseerd is gepubliceerd op Crimesite. Volgens de raad heeft Wladimiroff de schijn van belangenverstrengeling gewekt.
Baybasin klaagde over zijn voormalige advocaat Wladimiroff, omdat hij van oordeel is dat het de advocaat niet vrij stond om later voormalig topambtenaar van Justitie Joris Demmink bij te staan. De Koerd Baybasin is ervan overtuigd dat Demmink vanuit Turkije is gechanteerd om hem veroordeeld te krijgen voor moord. Het chantagemiddel: de seks die Demmink in Turkije gehad zou hebben met minderjarige jongens.
Volgens Wladimiroff is hij helemaal niet de advocaat van Baybasin geweest, maar dat is onjuist, stelt de raad. De raad beroept zich daarbij op het contact dat er is geweest tussen Wladimiroff en Baybasin. ‘Er zijn gesprekken gevoerd, brieven verstuurd en stukken uit het dossier bekeken. Of door of namens klager al dan niet een betaling aan verweerder is gedaan, acht de raad in dit verband niet relevant.’ De raad vervolgt: ‘Hij had in redelijkheid niet kunnen en mogen besluiten om voor Demmink te gaan optreden zonder daarvoor uitdrukkelijk de toestemming van beide partijen te vragen. Zodra hem bekend werd dat de kwestie te nauw verstrengeld was met de strafzaak tegen klager, had verweerder zich moeten onttrekken.’
Baybasin had ook een klacht ingediend over de participatie van Waldimiroff in Toegangscommissie Afgesloten Strafzaken (TCEAS) die onderzoek deed naar de zaak Baybasin. Bij dit deel van de klacht acht de raad de redelijke termijn echter overschreden.