Het Openbaar Ministerie Oost-Brabant heeft een werkstraf van 150 uur en een maand voorwaardelijke celstraf geëist tegen een advocaat uit Bergen op Zoom. Hij wordt ervan verdacht eind 2011 een getuigenverklaring te hebben vervalst, gedurende een hoger beroep in een civiele zaak voor het gerechtshof in Den Bosch.
Een van de partijen in deze civiele zaak, een langlopend conflict tussen een bouwbedrijf en een woningbezitter over slecht verrichte werkzaamheden, deed in 2013 aangifte tegen de advocaat. Die had voor de behandeling van het hoger beroep een fax naar de tegenpartij gestuurd met hierin een niet ondertekende getuigenverklaring. Tijdens de behandeling van het hoger beroep werd duidelijk dat niet een getuige – een van de contacten van zijn cliënt –, maar de advocaat zelf de verklaring had opgesteld.
Eind 2013 moest de advocaat zich hiervoor al verantwoorden voor de Raad van Discipline in Den Bosch, waar hij er vanaf kwam met een voorwaardelijke schorsing van twee weken. De advocaat verweerde zich toen met het verhaal dat de getuige in de loop van 2011 ernstig ziek was geworden en daarom niet meer zou kunnen getuigen. Hij stelde op basis van het dossier en het verhaal van de getuige daarom zelf een verklaring uit diens naam op. Die kon echter niet meer op tijd worden ondertekend: de getuige overleed in september 2011.
Het Openbaar Ministerie besloot de advocaat na deze tuchtrechtelijke veroordeling ook strafrechtelijk te vervolgen; de zaak diende afgelopen vrijdag in de rechtbank van Den Bosch. Die doet op vrijdag 14 augustus uitspraak.