Schreeuwen, slaan met de deuren of schunnige opmerkingen maken: anno 2024 een duidelijke no-go op de werkvloer. Vraag liever eens naar iemands weekend en doe iets aan je stresslevel, menen advocaten Mirjam de Blécourt, Emma Glazener en Vivien Rorsch. Een pleidooi voor aardigheid in de advocatuur.
22.600 likes, 35 reposts en tientallen berichten in haar inbox. Dat was de oogst voor cassatieadvocaat Vivien Rorsch toen ze op LinkedIn een oproep plaatste waarin ze haar vakgenoten opriep vriendelijker te zijn op de werkvloer. ‘Vriendelijkheid loont. Wees een hork op eigen risico’, betoogde ze. ‘Weet je nog die onzekere advocaat-stagiaire waarbij je met je voet tikte als ze sprak? Over tien jaar zal ze general counsel zijn bij een farmabedrijf dat een advocaat zoekt om hun blockbuster-octrooi te beschermen. Ze zullen haar vragen of ze het prettig vond om met jou samen te werken.’ Ook snauwen naar een secretaresse of niet de moeite nemen om de naam van een student-stagiaire te onthouden kan je duur komen te staan, schreef Rorsch in haar post.
Negatieve ervaringen
Rorsch: “Het zou zomaar kunnen dat die mensen later als kantoordirecteur of rechter over jouw carrière beslissen. Dan weten ze waarschijnlijk nog precies hoe jij hen destijds hebt behandeld. Met alle mogelijke gevolgen van dien. Was je nou maar niet zo’n hork geweest… Maar ook als je die secretaresse of stagiaire nooit meer tegenkomt, is het belangrijk om je fatsoenlijk te gedragen op kantoor. Niet alleen voor je collega’s, ook voor jezelf.”
Naast cassatieadvocaat is Rorsch ook docent, coach en intervisiebegeleider. Regelmatig spreekt ze advocaten over hun (negatieve) ervaringen op hun werk. Naar aanleiding van die gesprekken besloot Rorsch eind vorig jaar de post te schrijven. ‘Hoewel ik na twintig jaar in het vak wel wat gewend ben, ben ik geschrokken van de hoeveelheid reacties op mijn bericht. Blijkbaar leeft het onderwerp enorm. Naast de openbare reacties heb ik tientallen privéberichten ontvangen van (oud-) advocaten. Schokkende verhalen over pesten, intimideren en grensoverschrijdend gedrag door collega’s – iemand had er zelfs PTSS aan overgehouden.”
Rorsch vindt het veelzeggend dat deze reacties niet onder de post zelf werden geplaatst. “Net als in andere beroepsgroepen wordt ook in de advocatuur tegenwoordig veel gesproken over gedrag en omgangsvormen. Maar het openlijk uitspreken van negatieve ervaringen vinden veel advocaten blijkbaar toch nog spannend.”
Momentum
Toch ligt de sleutel tot verandering juist in uitspreken en aanspreken, menen arbeidsrechtadvocaten Mirjam de Blécourt en Emma Glazener van Baker McKenzie. De Blécourt: “Ik lieg niet als ik zeg dat er iedere week een nieuwe zaak over gedragskwesties op mijn bureau ligt. Sinds de opkomst van de MeToo-beweging in 2017 krijgen we veel zaken over seksuele intimidatie, pesten en discriminatie op de werkvloer. En sinds alle media-aandacht voor grensoverschrijdend gedrag ontvangen we ook veel meldingen daarover. Ik denk niet dat dit soort gedrag nu meer voorkomt dan vroeger, maar mensen voelen dat er nu momentum is om het aan de kaak te stellen. Een goede ontwikkeling wat mij betreft.”
Bij een melding van grensoverschrijdend gedrag vindt eerst een onafhankelijk onderzoek plaats. Daarbij worden, onder meer op basis van getuigenverklaringen, de feiten vastgesteld. Die worden vervolgens naast de interne gedragscode gelegd: is die overtreden? Glazener: “Die gedragscode is een belangrijk document – daar tekenen werknemers voor als ze in dienst komen. Als een gedragzaak voor de rechter komt, zal die zich strikt aan de code houden. Zorg er als organisatie dus voor dat je beleid op papier staat én dat medewerkers daarvan op de hoogte zijn.”
Speak up
Dat veel bedrijven tegenwoordig een zerotolerancebeleid hanteren op het gebied van grensoverschrijdend gedrag werpt zeker zijn vruchten af, menen De Blécourt en Glazener. Maar wat hen betreft mogen mensen elkaar op de werkvloer ook meer aanspreken. De Blécourt: “Speak up: spreek je uit als je iets ziet gebeuren dat niet oké voelt. ‘Goeie grap, maar misschien moet je even checken of ‘ie lekker landde’. Sowieso is het belangrijk om regelmatig binnen de maatschap of je team de stemming te peilen. Wat gaat goed? Wat kunnen we beter doen? Dus ook: wat kan ík beter doen? Dat is niet makkelijk, want iedereen denkt dat hij aardig is. Maar soms zie je bepaalde dingen gewoon niet. Niet iedereen bedoelt het slecht, maar het kan wel verkeerd vallen. Dat voorkom je door voortdurend een open gesprek te voeren.”
Om de dialoog te stimuleren, lanceerde Baker McKenzie onlangs een kaartspel. Daarop staan uiteenlopende rechtszaken over grensoverschrijdend gedrag en op de achterkant de uitspraak van de rechter. Glazener: “Je trekt een kaart en bespreekt met elkaar: is hier sprake van pesten? Vind je het ontslag terecht? Hoe heeft de rechter beslist? Het spel is een laagdrempelige manier om op verschillende niveaus gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken. We krijgen er enorm veel positieve reacties op.”
Waardering
Met niet pesten kom je dus al een heel eind, maar hoe ben je nou echt vriendelijk tegen collega’s? De Blécourt en Glazener hebben nog wel een paar tips. Glazener: “Toen ik rond de bedtijd van mijn kind bij een belangrijke call vanuit huis inbelde, benoemde Mirjam dat: ‘Fijn dat je erbij bent, want voor jou is het geen ideaal tijdstip’. Met kerst schreef ze voor ons team persoonlijke bedankkaartjes – heel attent.”
Ook vriendelijk: vraag altijd hoe iemands weekend was. “En luister naar het antwoord”, benadrukt De Blécourt. “Als iemand een rotweekend had, geef die dan even geen lastige opdracht. En mail mensen zo min mogelijk ‘s avonds. Komt er een spoedklus binnen, gooi die dan niet meteen over de schutting, maar stel voor om er samen naar te kijken. App er achteraan: ‘Fijn dat je het oppakt’. Overigens heb ik dit ook allemaal moeten leren, hoor. Ik dacht altijd: mensen weten wel dat ik ze waardeer. Maar pas als je het uitspreekt, voelen ze het echt.”
Aan jezelf blijven werken
Willen leren, dat is de crux. “Veel partners komen uit de tijd dat het normaal was om met de deuren te slaan of je stem te verheffen als de werkdruk toenam”, zegt De Blécourt. “Maar die tijd is echt voorbij. Als je zoveel last hebt van stress, moet je daar iets aan doen. Zeker als leidinggevende heb je de verantwoordelijkheid om voortdurend aan jezelf te blijven werken.”
Ook volgens Rorsch is je eigen gedrag voer voor introspectie. “Vraag jezelf regelmatig af of je nog op de juiste plek zit. Wat maakt dat je de behoefte voelt om tegen een stagiaire te schreeuwen? Hoe aardig je bent voor andere mensen, is een goede graadmeter voor of je zelf wel gelukkig bent.”
Dit artikel is eerder geplaatst in Advocatie Magazine. Klik hier om het hele magazine te lezen of om een gratis abonnement aan te vragen.