Bij een rechtsbijstandverzekering in natura – dus niet zijnde een kostenverzekering – mag de rechtsbijstandverzekeraar beslissen wanneer er een externe advocaat wordt ingeschakeld. Pas nadat een keuze ten faveure van een externe advocaat is gemaakt, is de verzekeraar gehouden de keuze van de verzekerde te volgen. Dat heeft de rechtbank Amsterdam begin deze maand beslist. Het vonnis is in lijn met een recent arrest van het Hof Amsterdam.
De vrije advocaatkeuze bij verzekeringen in natura lijkt steeds meer een gepasseerd station. Nadat eerder het Hof Amsterdam oordeelde dat de vrije advocaatkeuze pas ontstaat nadat de verzekeraar twee stappen heeft gezet (nadat is besloten dat er een gerechtelijke of administratieve procedure wordt gevoerd, en óók expliciet na de beslissing dat die procedure door een externe rechtsbijstandverlener gevoerd zal worden), is het nu de beurt aan de rechtbank Amsterdam. Dat stelt onomwonden: “De rechtbank is derhalve van oordeel dat slechts indien er sprake is van een procedure en opdracht is gegeven aan een (externe) advocaat, een recht op vrije advocaatkeuze ontstaat voor de verzekerde.”
Het Eschig-arrest van het Europese Hof van Justitie maakt dit niet anders, aldus de rechtbank. Die uitspraak zag op het geval dat al vaststond dat de procedure door een externe advocaat gevoerd moest worden. Het arrest leert dat “de ruime aan de verzekerde toekomende bescherming meebrengt dat de rechtsbijstandverzekeraar zich niet het recht kan voorbehouden zelf de rechtshulpverlener voor alle betrokken verzekerden te kiezen wanneer een groot aantal verzekeringsnemers schade lijdt door eenzelfde gebeurtenis,” aldus de rechtbank Amsterdam.