De verkiezingen zitten eraan te komen en de peilingen, speculaties en campagnes vieren hoogtij. Wat vinden de politieke partijen – en dan met name de politici met een juridische achtergrond – van de plannen van demissionair staatssecretaris Fred Teeven met betrekking tot het toezicht op de advocatuur? “Na de poging om de griffierechten te verhogen en minimumstraffen in te voeren, is dit de laatste aanval van het huidige kabinet op de rechtsstaat.”
De vraag of de overheid zich in verregaande mate moet bemoeien met het toezicht op de advocatuur wordt niet alleen door de Orde met ‘nee’ beantwoord. Dát het toezicht goed geregeld moet worden, is voor iedereen vanzelfsprekend. Maar: “Bij voorkeur door advocaten zelf”, zegt huidig en kandidaat-Kamerlid (nummer 21) voor de PvdA Jeroen Recourt, tevens voormalig rechter. “En als ze dat niet doen, moet de overheid zeker ingrijpen, maar het wordt goed opgepakt. Onlangs bracht Hoekstra zijn rapportage uit met daarin goede aanbevelingen. Het is even afwachten hoe het overgenomen en geïmplementeerd gaat worden. Het systeem kent nu zwakheden, met allemaal verschillende dekens die op hun eigen manier toezicht houden. Maar als het goed wordt opgepakt verdwijnen de plannen van Teeven naar de achtergrond.”
Diezelfde mening is Tweede Kamerlid Gerard Schouw toegedaan, die namens D66 reageert. Hij wijst op de draai die Teeven maakte sinds 2010, toen hij over het rapport van Docters van Leeuwen tegen Advocatie nog zei: “Hoe linkser, des te meer overheidsbemoeienis.” Schouw: “In zijn hoedanigheid van staatsecretaris ziet de VVD’er het anders. In zijn voorstel regelt hij toezicht op het toezicht, waarbij de minister rechtstreeks betrokkenheid krijgt. Na de poging om de griffierechten te verhogen en minimumstraffen in te voeren, is dit de laatste aanval van het huidige kabinet op de rechtsstaat.”
Schouw vervolgt: “De voorgestelde aanpassing van het toezicht op de advocatuur heeft verstrekkende consequenties voor zowel de geheimhoudingsplicht, de autonomie als de onafhankelijkheid van de advocatuur. Terwijl dit juist punten zijn die de vertrouwelijkheid tussen de individuele burger en de advocatuur moeten waarborgen. Ik begrijp niet wat het voordeel is voor de cliënt, als zijn advocaat gedwongen kan worden het belang van de overheid boven dat van zijn cliënt te stellen.”
Het huidige systeem biedt volgens Schouw en zijn partij voldoende ruimte voor verbetering van het toezicht. “En er is inmiddels ook al het een en ander verbeterd. Eventueel zou hier nog een systeemtoezichthouder aan toegevoegd kunnen worden, zoals de Orde voorstelt.”
Mona Keijzer van het CDA staat een stuk minder afwijzend tegenover de plannen. De oud-advocate zegt er niet direct negatief tegenover te staan: “Er zitten goede kanten aan. Met name de onafhankelijkheid van het toezicht is van belang. Een veel gehoord bezwaar is dat de deken kan bemiddelen, maar dat kan een toezichtsorgaan ook. Er zit een verschil tussen als iets niet door de beugel kan of als het gaat om onderlinge verhoudingen. De bemiddelende functie moet mogelijk blijven, je kunt het gesprek blijven aangaan.” Het is volgens Keijzer heel bijzonder dat het toezicht nu via de dekens zelf wordt gedaan. “Dat zie je in geen enkele andere beroepsgroep. Het is dan ook goed dat anderen er ook naar gaan kijken.” Keijzer houdt een slag om de arm: “Wel moet er worden gekeken naar wat dit plan oplevert en wat de kosten zijn, wat het in de praktijk betekent.”
VVD-Kamerlid en voormalig advocaat Ard van der Steur liet in zijn voorstel voor kwaliteitsverbetering van de advocatuur weten welke maatregelen hij noodzakelijk acht. Hij ging in dat voorstel niet rechtstreeks in op de plannen van Teeven, maar lijkt er wel enige afstand van te nemen. Van der Steur: “De VVD is ten eerste van mening dat het toezicht pro-actief moet zijn: door middel van het bijwonen van zittingen, intervisie en steekproefsgewijs onderzoek in de dossiers en naar de bedrijfsvoering van de betreffende advocaat of het betreffende advocatenkantoor. Ten tweede dient het toezicht te berusten bij de gezamenlijke Dekens op basis van gedeelde uitgangspunten en consensus over aanpak en beleid.”
Aan het slot: “De Nederlandse advocaten moeten hun bereidheid laten zien garant te staan voor kwaliteit die de samenleving van deze beroepsgroep mag eisen. Doen zij dat niet uit zichzelf, dan zal de wetgever moeten ingrijpen om de gewenste resultaten te realiseren.”
Voormalig advocaat en procureur Jan de Wit laat weten dat de SP niets ziet in de plannen. “Met name vindt de SP de invloed van de staatssecretaris op het toezichtsorgaan te groot. Het is opmerkelijk dat juist deze staatssecretaris zichzelf zo’n verstrekkende rol toebedeelt”, schrijft De Wit ons. “Overigens blijft de SP het een moeilijk punt vinden dat het toezicht op de advocaat de schijn van twee handen op één buik blijft houden. Ik doel dan met name op de positie van de Deken en de behandeling van de klachten door de Deken. De voorkeur van de SP is nog steeds dat de rechter het toezicht uitoefent.”
In 2010 zei De Wit tegen Advocatie in een reactie op het rapport van Docters van Leeuwen dat hij liever het Bureau Financieel Toezicht als instantie zou zien om toezicht te houden. Daar staat hij nog steeds achter: “Het is goed dat daarnaar nu een onderzoek wordt ingesteld.”
De PVV kon niet op tijd van zich laten horen. Lilian Helder was tot 2010 advocaat en staat op nummer 4 op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer.
Hoogleraar advocatuur Britta Böhler heeft zich tot slot onlangs ook negatief uitgelaten over de toezichtsplannen. Böhler was Eerste Kamerlid geweest voor GroenLinks. “De onafhankelijkheid van de advocatuur en de vertrouwelijkheid van de advocaat worden door Teevens plan beperkt op een manier die niet past in een rechtstatelijk bestel. Onafhankelijkheid is mede afhankelijk van de manier waarop de balie zich mag organiseren. Zelfregulering is een belangrijk element om te kunnen garanderen dat advocaten onafhankelijk van de overheid kunnen opereren”, citeert Mr. haar. De Orde werkt nu zelf al hard aan een beter toezicht. Dat de Raad van State bovendien een negatief advies heeft afgegeven, stemt haar optimistisch. “Het is dit advies dat zeer zwaar zal wegen in het parlement.”