Terug van weggeweest: ‘Wat doe jij voor de kost?’ Met deze keer Rogier Bartels, sinds tweeënhalf jaar werkzaam als juridisch adviseur humanitair oorlogsrecht bij het Rode Kruis. “Een startersfunctie vinden was niet makkelijk. Ik wilde persé iets met mensenrechten en het oorlogsrecht doen.”
Wat doe je voor de kost?
”Ik ben juridisch adviseur bij de Afdeling Humanitair Oorlogsrecht van het Nederlandse Rode Kruis. Veel mensen denken bij het Rode Kruis eerst aan EHBO of aan internationale noodhulp. Het Rode Kruis was vroeger wél opgericht om te werken ten tijde van oorlog voor de bescherming van slachtoffers van oorlog.”
“Inmiddels ziet het zichzelf nog steeds als ‘guardian of international humanitarian law’. Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen in dit rechtsgebied. Zoals het nieuwe verdrag dat clustermunitie verbiedt; het type bom dat in het Georgie-Rusland conflict RTL-cameraman Stan Storimans het leven kostte. Dat is een direct gevolg van de inspanningen van het Rode Kruis.”
“In Nederland hebben we bij het Rode Kruis een afdeling Humanitair Oorlogsrecht met vijf juristen. Het uitdragen van het humanitair oorlogsrecht in Nederland, dat is algemeen gezegd wat mijn functie inhoudt. Denk daarbij aan lesgeven aan verschillende doelgroepen, zoals militairen, maar ook rechtenstudenten, juristen, parlementariers en journalisten. Alle groepen die iets met oorlogsrecht te maken kunnen krijgen.”
“Daarnaast proberen wij bij te dragen aan de ontwikkeling van het rechtsgebied door het schrijven van academische artikelen. Ook het bewaken van de juridische bescherming van het Rode Kruis embleem wordt gedaan door deze afdeling. De naam Afdeling Humanitair Oorlogsrecht is eigenlijk wat te beperkt, want ik houd me ook bezig met mensenrechten en internationaal strafrecht. Mijn collega’s met migratierecht en international disaster response law.”
Hoe ben je bij het Rode Kruis terecht gekomen?
”Ik heb in Utrecht Nederlands Recht gestudeerd en me gespecialiseerd in Internationaal en Europees Recht. Tijdens mijn laatste jaar heb ik een paar stages gelopen, onder meer bij het Rode Kruis, die te maken hadden met internationaal recht. Na mijn studie heb ik in het Engelse Nottingham een Master of Law (LL.M.) International Criminal Justcie and Armed Conflict gevolgd.
Via de Rechtbank Amsterdam, waar ik gerechtssecretaris was, en mijn werk bij Amnesty International Nederland, kwam ik bij het Rode Kruis terecht. Naast mijn werk promoveer ik op een onderwerp binnen het internationaal recht aan de UvA.”
Heb je altijd iets in deze richting gezocht? Heb je ook de klassieke beroepen overwogen als de advocatuur of rechterlijke macht?
”Toen ik op de lagere school zat wilde ik rechter worden. Later architect, maar toen ik eenmaal met mijn rechtenstudie bezig was, wist ik zeker dat ik iets met internationaal recht wilde doen. Ik heb stage gelopen bij een advocatenkantoor om te kijken, maar er zijn weinig advocaten die zich met dit rechtsgebied bezighouden, al helemaal bijna niet aan het begin van hun carrière. Na mijn promoveren ga ik waarschijnlijk eerst in het buitenland werken. De klassieke beroepen kunnen altijd nog, al dan niet op internationaal niveau.”
Hoe ziet een doorsnee werkdag er voor jou uit?
”Dat verschilt erg van dag tot dag. Veel van de plekken waar wij lessen en trainingen geven zijn een eindje van Den Haag af. Als er een situatie ontstaat zoals deze zomer tussen Georgië en Rusland, dan is het ook ineens een stuk drukker.
Op een rustige ‘kantoordag’ kunnen lopende zaken worden gedaan. Zoals rapporten lezen, artikelen schrijven, trainingen voorbereiden, bijwerken van email etc.”
Hoe heb je je destijds georiënteerd op de arbeidsmarkt?
”De stages bij het advocatenkantoor, Nederlandse Rode Kruis en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarna ben ik naar het buitenland gegaan. Ik heb uitgezocht waar alle mogelijke (starters)functie op dit rechtsgebied zaten en gekeken waar ik wilde werken. Er zijn niet bijzonder veel functies in Nederland op het gebied van het oorlogsrecht, en al helemaal niet veel startersfuncties. Toch moet je op een gegeven moment gewoon werkervaring opdoen, want dat is voor elke baan belangrijk. Met meer werkervaring, maar met dezelfde specialistische kennis kwam ik eerder in aanmerking voor een functie. Uiteraard moet je wel je ogen ophouden voor de vacatures.”
Heb je nog tips voor onze rechtenstudenten die zich willen oriënteren op de arbeidsmarkt?
”Stages zijn erg nuttig en soms ook de enige manier om met internationaal recht aan de slag te kunnen. Bij het Joegoslavie Tribunaal of het Internationaal Strafhof kom je, zonder daar eerst stage te hebben gelopen, niet binnen. Dat zijn vrij lange, doorgaans onbetaalde stages van minstens een half jaar, waarbij hard gewerkt moet worden. Je moet dus erg gedreven zijn. Buitenlandervaring helpt. Dat is iets waar wij bij de selectie van onze stagiaires ook op letten.”
“Den Haag is de ‘hoofdstad van het internationaal recht’ door alle verschillende hoven en instituties die hier zitten. Er worden veel (gratis) lezingen, conferenties en seminars georganiseerd. Op deze wijze kun je je interesses duidelijk maken en extra kennis opdoen. Verder is het nuttig als toekomstige werkgevers je al ergens van kennen. Dan bedoel ik niet dat je alle borrels moet afgaan, maar probeer je master-scriptie publiceren. Die is waarschijnlijk toch al geschreven binnen het rechtsgebied waarin je graag aan de slag wilt. Publicatie in een journal is helemaal goed. Zo’n artikel kan gelezen worden door toekomstige werkgevers. Vooral als je eerst in een ‘algemenere’ juridische functie terecht komt, is het goed je specialisatie op deze wijze duidelijk te maken. Stages zorgen er ook voor dat je interesse kunt laten zien in dit vrij kleine wereldje.”