Een in oktober 2012 zes maanden geschorste advocaat uit het arrondissement Zeeland-West-Brabant, is afgelopen zomer alsnog van het tableau geschrapt door het Hof van Discipline. Dat blijkt uit twee tuchtuitspraken die pas deze week zijn gepubliceerd. De advocaat voldeed niet aan diverse betalingsverplichtingen en bleek bovendien een cliënt ernstig te hebben misleid.
Door financiële problemen zat de advocaat stevig in de schulden. Hij betaalde jarenlang zijn ordebijdragen niet en had een flinke betalingsachterstand opgelopen bij de rechtbank vanwege onbetaalde griffierechten. Ook verzuimde hij in 2011 de verplichte aangifte te doen voor de Centrale Controle Verordeningen (CCV).
Op dekenverzoeken tot informatie hierover reageerde hij niet of onvolledig. Wel had de advocaat aan de deken laten weten zich ‘vrijwillig te willen laten schrappen van het tableau onder erkenning van de problemen.’ De tuchtrechter merkte echter op dat er ‘tot nog toe geen tekenen zijn die wijzen op realisering van zijn voornemen.’
Geen processtukken
Daarnaast deed de advocaat jarenlang aan een cliënt voorkomen dat hij bezig was met diens zaak, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was. In 2005 nam de advocaat een zaak aan voor deze cliënt, die een vordering had van 80.000 euro op een wederpartij. De advocaat schreef hem dat hij bezig was met de dagvaarding, maar de cliënt ontving geen processtukken.
De advocaat maakte hem zelfs wijs dat hij beslag had laten leggen op de woning van de wederpartij en dat de rechtbank de vordering had toegewezen, nadat de wederpartij verstek had laten gaan. Een vonnis kreeg de cliënt echter nooit te zien. Pas later bleek dat de procedure en de inbeslagname nooit hadden plaatsgevonden, waarop die een klacht indiende bij de deken. Pas in zijn verweer kwam de advocaat ervoor uit dat ‘de procedure nimmer in gang was gezet.’
‘In strijd met alle normen’
Al deze en enkele andere feiten kwamen de advocaat in oktober vorig jaar op zes maanden schorsing te staan. Tegen deze uitspraak van de Raad van Discipline ging hij in appel. Voor een eerste zitting in hoger beroep in maart 2013 meldde de advocaat zich echter ziek, waarop de behandeling werd aangehouden. Bij de uiteindelijke behandeling op 5 april 2013 schitterde de advocaat alsnog door afwezigheid.
Het appel van de advocaat is hem zodoende uiteindelijk alsnog op schrapping komen te staan, per 10 juni 2013. “Wat ook de oorzaak mag zijn geweest van verweerders financiële problemen, van een advocaat kan niet worden getolereerd dat hij jaar in jaar uit schulden onbetaald laat die voortvloeien uit zijn beroepsuitoefening”, aldus de uitspraak van het tuchtcollege. “Hij heeft in zodanige mate heeft gehandeld in strijd met elk van de drie normen die in artikel 46 van de Advocatenwet zijn opgesomd, dat hij het vertrouwen heeft verspeeld dat in hem als advocaat gesteld moet kunnen worden.”