Een (voormalig) advocaat werd verdacht van grootschalige handel in erectiepillen, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. In 2012 werd hij volledig vrijgesproken door het gerechtshof. De man eist daarom schadevergoeding van de staat. Die krijgt hij niet, aldus het gerechtshof Den Haag.
De advocaat wordt in 2006 aangehouden op verdenking van grootschalige handel in ongeregistreerde erectiepillen met de merknaam Sigra(plus), het witwassen van crimineel verkregen geld via onder meer de derdengeldenrekening van zijn advocatenkantoor en deelname aan een criminele organisatie. In 2012 wordt hij door het Gerechtshof Amsterdam vrijgesproken van alle hem ten laste gelegde feiten. Hij was ondertussen al geschrapt als advocaat door de Raad van Discipline, en laat zich niet opnieuw op het tableau inschrijven.
De lat voor schadevergoeding na vrijspraak ligt hoog. Er moet sprake zijn van justitieel optreden waarvoor van aanvang af een rechtvaardiging heeft ontbroken omdat het optreden in strijd was met een publiekrechtelijke rechtsnorm, waaronder het geval dat van aanvang af een redelijk vermoeden van schuld heeft ontbroken (a-grond), of er is achteraf sprake van een ongefundeerde verdenking en de persoon in kwestie is ten onrechte als verdachte aangemerkt (b-grond). De voormalige advocaat baseert zijn vordering op de b-grond.
Die wordt door de civiele rechter restrictief uitgelegd, aldus het Gerechtshof Den Haag in navolgingvan de rechtbank: uit de uitspraak van de strafrechter die moet blijken van de onschuld van de verdachte. Dat is volgens het Hof het geval bij de verdenking van grootschalige handel in de erectiepillen, maar niet bij het witwassen en het deel uitmaken van ee criminele organisatie.
Volgens het hof heeft de man bij deze verdenkingen ‘onvoldoende onderbouwd dat uit het strafdossier zijn onschuld blijkt’. ‘Onder verwijzing naar een groot aantal producties voert [appellant] bij herhaling aan dat het dossier vol zit met suggestieve beweringen die niet worden gestaafd door bewijsmiddelen en dat niet bewezen is dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, maar dit betekent nog niet dat uit het dossier van zijn onschuld blijkt in de hiervoor bedoelde zin,’ aldus het Hof.
Het toetje: de voormalig advocaat draait op voor de proceskosten van bij elkaar opgeteld bijna tweeduizend euro.
Klik hier voor het arrest van het Hof