Een voormalig advocaat uit het arrondissement Midden-Nederland is eerder dit jaar door de Raad van Discipline van het tableau geschrapt nadat hij een cliënt in de steek had gelaten. De advocaat loog dat hij een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof had opgestart, en liet zijn cliënt vervolgens ook in de kou staan bij een kort geding.
De Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden schrapte de advocaat reeds op 22 februari dit jaar; de uitspraak werd pas vorige week gepubliceerd. De klachten tegen hem waren afkomstig van een cliënt die tot eind 2013 door de advocaat werd bijgestaan in een – verloren – civiele zaak. Zijn advocaat adviseerde hem om cassatie in te stellen, maar leverde vervolgens geen stukken aan. In oktober 2013 liet de advocaat zijn cliënt weten dat de cassatieprocedure onsuccesvol was, al overlegde hij geen schriftelijke documenten waaruit dit bleek. De wederpartij ging intussen over tot executie van het eerdere arrest en liet executoriaal beslag leggen op de woning van de klager, wat uiteindelijk tot een openbare veiling leidde.
De advocaat bood zijn cliënt ook in deze zaak bijstand aan, maar was begin 2014 niet aanwezig bij een kort geding over de beslaglegging. Er was sprake van familieomstandigheden, zo had hij aangevoerd. Niet veel later bleek dat de advocaat zich op 31 december 2013 had uitgeschreven van het tableau. De cliënt verloor het kort geding en zijn woning werd verkocht. De advocaat zegde toe schade te vergoeden, maar betaalde uiteindelijk niets.
De Raad van Discipline verklaarde alle klachtonderdelen gegrond, alleen al om het feit dat de ex-advocaat de klachten van zijn oud-cliënt slechts met een kort briefje aan de deken had bestreden (‘en daarmee is de klacht afgehandeld’). Al met al staat voor de raad vast dat de voormalig advocaat ‘in gebreke is gebleven bij de behartiging van klagers belangen. Hij heeft klager een zeer forse declaratie laten betalen voor het voeren van een cassatieprocedure terwijl uit niets is gebleken dat verweerder daadwerkelijk een cassatieprocedure heeft gevoerd. Verweerder heeft tweemaal griffierecht geïncasseerd, verweerder heeft geweigerd teveel ontvangen bedragen aan klager terug te betalen en verweerder heeft klager in de steek gelaten in een kort gedingprocedure’.
Bovendien heeft de advocaat er al een heel tuchtrechtelijk verleden opzitten, constateert de raad, met ‘een structureel patroon van steeds ernstiger wordende klachten’. Zo kreeg hij in november 2015 nog een onvoorwaardelijke schorsing van een jaar. Genoeg redenen die de maatregel van een schrapping rechtvaardigen, ook al had de advocaat zichzelf al van het tableau laten schrappen.
Klik hier voor de uitspraak (PDF)