Vier op de tien advocaten geeft aan (veel) minder te verdienen dan waar zij marktconform gezien recht op zouden hebben. Dat is de uitkomst van het tweede onderzoek Werken in de Advocatuur, uitgevoerd door uitgever Sdu en adviesbureau Berenschot. Vooral vrouwen (38%) en mannelijke advocaten van 31 tot 46 jaar (37%) denken dat zij meer waard zijn.
In lijn met deze uitkomst zijn de vorig jaar in het eerste Werken in de Advocatuur-onderzoek opgeworpen toekomstverwachtingen over het salaris niet geheel ingelost. Toen verwachtte nog circa de helft van de advocaten een stijging van het salaris en voorspelde slechts 4% een daling. Dit kwam niet geheel uit: 44% van de advocaten verdiende het afgelopen jaar meer, waar 9% van de advocaten het inkomen juist zag dalen.
Bovendien verslechterden bij twee op de tien advocaten de arbeidsvoorwaarden, geven zij aan. Zij kregen bijvoorbeeld minder vrije dagen of geen dertiende maand meer. Toch zijn de verwachtingen een jaar verder nauwelijks getemperd: bijna de helft van de advocaten verwacht komend jaar een salarisverhoging, waarbij de jongste advocaten zelfs denken vier tot zes procent meer te gaan verdienen.
Andere baan
Vergeleken met andere beroepsgroepen kijken advocaten echter niet veel om zich heen: 19% geeft aan op zoek te zijn naar een nieuwe baan, waarvan 18% verlangt naar een andere werkgever. Een jaar eerder gaf 25% van de respondenten nog aan op zoek te zijn naar ander werk.
En ondanks het ondergewaardeerde gevoel bij 40% van de advocaten als het aankomt op salaris, is geld toch niet de belangrijkste drijfveer. De sfeer en collegialiteit op kantoor worden het belangrijkste gevonden, gevolgd door de bedrijfsreputatie, opleidingsmogelijkheden en de kans op uitdagende projecten. De hoogte van het salaris staat op de vijfde plaats in de mate van belangrijkheid. Ook bij het zoeken naar een nieuwe werkgever speelt geld niet de grootste rol. De sfeer en de ontwikkelingsmogelijkheden bij een ander kantoor tellen zwaarder mee. Zaken als een promotie krijgen of dichter bij huis willen werken spelen veel minder mee.
Thuiswerken
Over dichter bij huis gesproken: aanzienlijk minder advocaten zeggen de mogelijkheid tot thuiswerken te hebben dan de respondenten van vorig jaar; dit percentage daalde van 31% naar 21%. En wie deze vrijheid al heeft, maakt er niet overdreven veel gebruik van. Van de thuiswerkers brengt twee derde nog geen tiende van zijn tijd thuis door. Van de totale werktijd gaan de meeste uren overigens op aan advieswerk (36%), gevolgd door dossieronderzoek (23%) en het bijstaan van cliënten in de rechtszaal (11%).
Ruim 200 advocaten namen deel aan het onderzoek Werken in de Advocatuur, voldoende voor een betrouwbare afspiegeling van de complete Nederlandse advocatuur. Alle onderzoeksresultaten en de bijbehorende special van het Advocatenblad zijn hier te downloaden (PDF).