De sociale advocatuur is het mooiste beroep dat er is, vindt algemeen deken Sanne van Oers. Maar dan wel een beroep waarvoor je een behoorlijke intrinsieke motivatie moet hebben. Tilburg University benadrukt het belang van het vak met een nieuwe masteropleiding en trapt af met een congres.
“Er zijn twee rechtsstaten: eentje voor mensen met geld en eentje voor mensen zonder geld. En die rechtsstaat voor mensen met geld functioneert beter.” Reinout Wibier, hoogleraar Privaatrecht aan de Tilburg Law School opent het congres Toegang tot de rechtstaat op 15 november met een boude uitspraak. En hij kan het weten. Want hij zat aan tafel toen de telecombedrijven ten onder dreigden te gaan aan de miljardenleningen die ze net iets te lichtzinnig hadden gebruikt om de internetbubbel op te blazen. Alles werd uit de kast gehaald om de bedrijven overeind te houden. En toen een geldschieter wat bedremmeld vroeg wat het bedrijf had gedaan met de honderden miljoenen die net nog waren geïnvesteerd, was het antwoord: “Daar hebben we een company jet van gekocht.” Een grap. Misschien ook niet. Er werd in ieder geval smakelijk om gelachen.
Heel anders is dat wanneer gewone mensen schulden hebben. Dan wordt er niet gelachen, weet Wibier. “Bij de herstructurering van natuurlijke personen begint het met schaamte. Je krijgt natuurlijk wel hulp bij die schulden, maar dat is nét iets minder luxe dan de hulp die we aan de telecomondernemingen gaven. We hebben als maatschappij vaak een veroordelende houding.” Droogjes voegt Wibier toe: “Ik denk niet dat de gemeentelijke schuldhulpverlener gaat lachen om zo’n verhaal over een corporate jet.”
Extended master
Het brengt hem tot de vraag voor wie die rechtsstaat er nou eigenlijk is. Een deel van het antwoord moet komen uit de nieuwe masteropleiding van Tilburg Law School. Wibier is samen met vice-decaan Stéphanie van Gulijk een van de grondleggers van de nieuwe extended master Sociale Advocatuur aan de Tilburg University.
De sociale advocatuur verdient een extended master, stelt Van Gulijk, omdat studenten zich niet alleen dienen te verdiepen in vakken als familie- en jeugdrecht, arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht, maar ook in rechtsbescherming en de schuldenproblematiek. “Daarnaast is het belangrijk dat ze ook een link met de praktijk hebben, meteen al in de opleiding. Daarom gaan ze ook een ministage lopen bij de Rechtswinkel en daar onderzoek doen. Met die thematiek gaan zij aan de slag in de masteropleiding.”
Dat past allemaal niet in de 60 ECTS van een ‘gewone’ master, vandaar dat aanstormende sociaal advocaten hun vak leren in een extended master. De nieuwe opleiding is de aanleiding voor het congres Toegang tot de rechtstaat.
Buurtrechtspraak
Het zijn niet de minsten die tijdens het congres hun steun uitspreken voor de sociale advocatuur. Zoals Dineke de Groot, president van de Hoge Raad. Zij wijst op het belang van recht dat zich dicht bij de burger bevindt, zoals de buurtrechter in onder meer de Amsterdamse wijk Venserpolder. Uit onderzoek blijkt dat 25 procent van de mensen die betrokken is bij een zaak voor de buurtrechter niet zou zijn komen opdagen wanneer de zaak zou zijn gevoerd in Amsterdam-Zuid. De reden waarom is niet precies vast te stellen, maar dat de fysieke en psychologische afstand tussen Zuidoost en een paleis van Justitie groot is, is wel duidelijk.
Wonen, werken, winkelen
De reden voor mensen om in actie te komen als ze in de problemen zitten, vat De Groot samen onder de drie W’s van wonen, werken, en winkelen: huurrecht, arbeidsrecht en consumentenrecht. “Dat is wat we ook veel terug zien bij de sociale advocatuur.”
Lang niet alle conflicten komen bij een advocaat terecht, laat staan bij een rechter, ziet De Groot. Dat hoeft niet erg te zijn, veel problemen lossen zichzelf uiteindelijk wel op, maar De Groot wijst er ook op dat juist de sociaal advocaten in de frontlinie staan als het wel mis gaat. “Soms komen mensen bij je in het vroeg stadium. Soms is de ontruiming eigenlijk al geweest als je kennis met ze maakt. En soms kan je ook alleen maar kijken wat er nog aan scherven valt op te ruimen.”
Afstand wordt groter
Algemeen deken Sanne van Oers is al twintig jaar sociaal advocaat. In die tijd heeft ze gezien hoe de vraag naar rechtsbijstand is toegenomen, terwijl het aantal sociaal advocaten alleen maar is gedaald. Een fenomeen dat ook blijkt uit onderzoek door de Nederlandse Orde van Advocaten. “Voor eerstelijns hulpverleners wordt het steeds moeilijker om door te kunnen verwijzen naar een sociaal advocaat. De afstand wordt groter. Het is belangrijk dat het ook fysiek haalbaar blijft om hulp in te roepen.”
Van Oers ziet de radeloosheid toenemen bij mensen. “Ik had gisteren een gesprek met de Nationale Ombudsman en die zag dat ook. Het wordt steeds moeilijker voor mensen om hulp te krijgen. Mensen die bij de Nationale Ombudsman de telefoon opnemen, worden getraind in zelfmoordpreventie.”
Dat is iets dat een sociaal advocaat in het publiek herkent. Zij vraagt haar cliënten soms op de man af of ze denken aan zelfdoding en neemt het dan op zichzelf om wekelijks met iemand te bellen om vinger aan de pols te houden.
Mooiste vak
Toch kan Van Oers het de studenten van Tilburg University van harte aanraden om hun hart te volgen en toch te kiezen voor het vak van sociaal advocaat. ” Als sociaal advocaat heb je een heel mooie rol, waarin je ook de vertrouwenspersoon van je cliënt bent. Van jou nemen ze eerder dingen aan dan van andere hulpverleners. Dat geeft ook een grote verantwoordelijkheid. En als sociaal advocaat sta je altijd in de rechtszaal. En daar op het scherpst van de snede de belangen van je cliënt verdedigen, dat is toch wel echt fantastisch.”
Van Oers sluit af met een oproep aan politici, beleidsmakers en collega-juristen om samen te werken aan een duurzaam stelsel van sociale advocatuur.