Bram Moszkowicz is dinsdag veroordeeld tot een onvoorwaardelijke schorsing van een maand in de tuchtzaak die Estelle Cruijff tegen hem had aangespannen. De Raad van Discipline vindt de gegrond verklaarde klachten ernstig genoeg om deze maatregel te rechtvaardigen, ondanks het feit dat de ex-advocaat vorig jaar april van het tableau werd geschrapt. Deze schorsing is de vierde maatregel tegen hem sinds de schrapping.
Cruijff schakelde Moszkowicz eind augustus 2012 in vanwege haar getuigenis in de strafzaak van haar vriend, kickbokser Badr Hari. Haar tuchtklacht betrof onder meer enkele van de gebruikelijke zaken die Moszkowicz in april 2013 definitief de kop kostten, zoals torenhoge declaraties zonder duidelijke urenspecificaties en het maken van onnodige kosten, door enkele honderden euro’s te declareren voor een paar kilometer reizen naar het Amstel Hotel.
Daarnaast verweet Cruijff Moszkowicz dat hij zonder haar toestemming media als RTL Boulevard en De Telegraaf inlichtte over ontwikkelingen in de zaak, waarbij hij bovendien meerdere malen met opzet feitelijk onjuiste lezingen van gebeurtenissen gaf.
Het enige klachtonderdeel dat de Amsterdamse Raad van Discipline in zijn uitspraak als ongegrond verklaart, betreft ‘excessief declareren’. “Het uurtarief van € 500,- dat door verweerder in rekening werd gebracht is hoog, maar dit enkele feit leidt niet als vanzelf tot de slotsom dat sprake is van excessief declareren.”
De zes resterende klachtonderdelen acht de tuchtrechter wel stuk voor stuk gegrond: Moszkowicz had een te veel betaald deel van een voorschot netjes aan Cruijff moeten terugbetalen, had heldere afspraken moeten maken over zijn wijze van declareren voordat hij een factuur stuurde, had geen torenhoge reiskosten voor een afspraak in het Amstelhotel moeten declareren en had er bovendien voor moeten zorgen dat de privacy van Cruijff gewaarborgd bleef, door juist niet op zo’n publieke plaats af te spreken.
Daarnaast had hij geen ontwikkelingen over de zaak mogen delen in de media. Nadat Cruijff had besloten een andere advocaat in te huren – Nico Meijering -, deed Moszkowicz verschillende negatieve uitlatingen over haar, enkele van haar uitspraken afdoend als ‘onzin.’ Ook een klacht hierover verklaart de Raad van Discipline gegrond. “Het past een advocaat niet, ook niet nadat de samenwerking is beëindigd, om zijn eigen (ex)cliënt publiekelijk te diskwalificeren.”
In de praktijk betekent deze uitspraak van de Raad van Discipline – als deze definitief is en er geen hoger beroep wordt ingesteld – dat Moszkowicz direct een maand geschorst zou zijn, mocht hij ooit besluiten zich weer in te willen laten schrijven als advocaat.