Omvang van de te betalen schadevergoeding: circa 30.000 dollar. Omvang van de advocaatkosten: 1,3 miljoen dollar. Dat is de uitkomst van een collectieve verhaalsactie in de Verenigde Staten inzake verborgen seksscènes in het computerspel Grand Theft Auto: San Andreas. Slechts 2.676 klagers sloten zich aan bij de class action, tot grote teleurstelling van de advocaten.
Het computerspel werd in 1994 uitgebracht. Al snel bleek dat er seksscènes in het spel verborgen zaten. Die scènes waren te achterhalen met software van derden. De ontdekking leidde tot grote opwinding op het internet, en ook in het Congres. Een collectieve verhaalsactie werd opgestart, omdat de uitgevers, Rockstar Games en Take-Two Interactive, kopers van het computerspel zou hebben opgelicht.
De partijen zijn nu overeengekomen dat per aangesloten klager een schadevergoeding wordt uitgekeerd van 5 tot 35 dollar. Ook geven de uitgevers 860.000 dollar aan een goed doel. Daar komt dan de 1,3 miljoen dollar aan advocaatkosten bij.
Het Amerikaanse publiek lijkt zich intussen nauwelijks meer te storen aan de verborgen seksscènes: slechts 2.676 klagers sloten zich aan bij de collectieve verhaalsactie, op miljoenen verkochte spellen. Dat betekent dat de uitgevers maximaal 30.000 dollar schadevergoeding aan de klagers hoeven te betalen.
De overeenkomst moet nog worden goedgekeurd door de federale rechter. Die laat een overeenkomst tussen partijen echter veelal in tact. De rechter bekijkt alleen of de voorwaarden van de overeenkomst redelijk zijn.
Mocht de zaak toch voor de rechter komen, dan komen interessante vragen aan de orde. Grand Theft Auto: San Andreas is een gewelddadig spel, waarin bijvoorbeeld onschuldige voetgangers en politieagenten vermoord kunnen worden. Ook komen er prostituees in voor. Tijdens eerdere verhoren bleek dat kopers – die het spel vaak kochten ten behoeve van hun minderjarige kinderen – niet op de hoogte waren van deze karakteristieken van het spel.
Het optreden van de advocaten, er waren in totaal tien kantoren bij de class action betrokken, in deze zaak wordt bekritiseerd. Theodore Frank, advocaat en directeur van het Legal Centre for the Public Interest van de American Enterprise Institute, meent dat er onvoldoende grondslag was voor het aanbrengen van de zaak. Dat is ook de stelling van de uitgevers. “Wij zouden hebben willen procederen, en ik denk dat we dan gewonnen zouden hebben,” zegt advocaat Jeffrey S. Jacobson. De uitgevers kozen echter eieren voor hun geld.