Barre dagen voor de advocatuur in het zuiden des lands: de Raad en het Hof van Discipline in Den Bosch schrapten deze nog prille lente twee advocaten, zo blijkt uit drie begin april gepubliceerde uitspraken. De eerste bleek niet te hebben geleerd van eerdere schorsingen en kreeg tot tweemaal een schrapping opgelegd, een tweede maakte jarenlang een puinhoop van zijn financiën.
Een in het verleden meerdere malen geschorste Limburgse advocaat moest zich in maart in meerdere zaken verantwoorden voor de Raad van Discipline. Zo weigerde hij onder meer om een cliënt 300 euro terug te betalen – die de cliënt volgens de kantonrechter wel degelijk tegoed had – en aan hem zijn dossier af te staan. Volgens de advocaat had een ex-kantoorgenoot dit dossier onder zich, was het extern gearchiveerd en kreeg hij het daarom niet te pakken. En die schuld van 300 euro? Die was te verhalen op een failliet verklaard advocatenkantoor, niet op de advocaat zelf.
Vooruit, in dat laatste kan de Raad van Discipline meegaan; dit klachtonderdeel verklaart ze ongegrond. Maar het duurde uiteindelijk wel twee jaar voordat de advocaat alsnog het dossier aan de cliënt overhandigde, aldus de tuchtrechter: ‘Verweerder is tot aan de indiening van een klacht weigerachtig gebleven om de gevraagde dossiers aan klager af te geven.’
Misleiding om gedwongen verkocht huis
Een tweede kwestie betreft het pertinent niet versturen van financiële gegevens aan de deken, onder meer over een privéwoonhuis in België. De deken ontdekte naderhand dat het huis gedwongen werd verkocht, omdat de advocaat en zijn vrouw de hypotheek niet meer konden betalen. Eerder had hij de deken op het verkeerde been gezet door te zeggen ‘dat het er financieel positief voor hem uitzag,’ later zei hij dat zijn echtgenote hem geen toestemming gaf om privé-informatie over het huis aan de deken te verstrekken. De Raad van Discipline spreekt van misleiding in dit geval.
Deze feiten in combinatie met eerdere schorsingen maakt wat de tuchtrechter betreft schrapping van het tableau onvermijdelijk, nu hij het vertrouwen in zijn eigen beroepsuitoefening ‘onherstelbaar heeft beschadigd’: ‘Verweerder heeft geen inzicht in het niet slechts tuchtrechtelijk, maar ook maatschappelijk ontoelaatbare karakter van zijn handelen. Gebleken is voorts dat verweerder niet heeft geleerd van zijn eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen (waaronder meerdere schorsingen). […] Het is niet verantwoord indien verweerder zijn praktijk als advocaat opnieuw zou gaan uitoefenen.’
Wanbetaler
Mag eveneens zijn vak definitief niet meer uitoefenen: een advocaat in het arrondissement Zeeland-West-Brabant die stelselmatig een rommeltje maakte van zijn administratie, vrijelijk geld van de derdengeldenrekening naar de kantoorrekening overmaakte en zelden tot nooit bereikbaar was voor cliënten. Of voor de deken, die hij weigerde inzicht te geven in zijn boekhouding. Daarnaast deed de advocaat zijn CCV-opgave niet, had hij een forse betalingsachterstand opgelopen bij de Orde van Advocaten en betaalde hij meerdere nota’s voor griffierechten niet.
In aanloop naar de behandeling van de zaak door het Hof van Discipline hadden zich volgens de deken nog meer nieuwe klagers gemeld. Deze nieuwe cliënten die een voorschot hadden betaald, vernamen vervolgens niets meer van de advocaat. Elke poging om hierover contact met hem op te nemen bleek vervolgens vruchteloos, ook voor de deken.
Niet zo vreemd: het kantoorpand stond al enige tijd leeg en er bleek een openbare verkoop aangekondigd. Een optelsom van misdragingen en omstandigheden waardoor het Hof van Discipline alleen maar een eerdere beslissing van de tuchtrechter kan bekrachtigen: “De ernst en omvang van de in deze zaak aan verweerder verweten gedragingen en het volledig ontbreken van enig perspectief op verbetering brengen met zich dat verweerder geschrapt dient te worden van het tableau.”