Terwijl van een toenemend aantal advocatenkantoren de financiële positie verslechtert, bestaat er nog geen uniforme aanpak om dergelijke problemen op te lossen. Dat is een bevinding uit de door dekens afgelegde kantoorbezoeken van het afgelopen halfjaar, die interim rapporteur Rein Jan Hoekstra onderstreept in een nieuwe tussenrapportage over het toezicht op de advocatuur.
In het woensdagmorgen gepubliceerde tussenrapport constateert Hoekstra dat vooral bezochte kleinere kantoren die (deels) op basis van toevoegingen werken in financiële problemen dreigen te komen. Er is echter nog geen onderling afgestemde aanpak van de dekens op dit punt, stelt de rapporteur. Het is bijvoorbeeld nog geen standaard procedure om na een kantoorbezoek financiële stukken op te vragen of om desnoods andere instrumenten in te zetten. “Hier is een structureler aanpak gewenst,” schrijft hij.
Kwaliteitsslag zet door
De hoofdconclusie van de tussenrapportage luidt dat de kwaliteitsslag die de Orde van Advocaten in 2013 heeft gemaakt, in de eerste helft van 2014 is doorgezet. De interim rapporteur heeft onder meer gemerkt dat de registratie van toezichtactiviteiten en klachtbehandeling gestructureerder verloopt. Intussen vult de inmiddels uitgebreide Unit FTA het financiële toezicht op kantoren actief in. “De Unit FTA wordt vanuit de verschillende arrondissementen vaker ingezet. Ik heb de indruk dat de unit daadwerkelijk in een behoefte voorziet,” schrijft Hoekstra.
Tevens neemt de rapporteur een intensivering waar van de signalering van ‘mogelijk disfunctionerende advocaten’, mede als gevolg van de kantoorbezoeken. Zulke bezoeken door de deken zijn overigens nog niet onomstreden, zo blijkt uit het rapport. In het arrondissement Rotterdam hebben enkele advocaten op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) bezwaar gemaakt tegen het inzien van dossiers door de dekens. De Orde werkt momenteel nog aan een Awb-handleiding voor de dekens.
Aandachtspunten
Ondanks zijn positieve bevindingen, ziet Hoekstra nog ruimte voor tal van verbeteringen. Voor zijn vervolgonderzoek zal hij zich de komende maanden onder meer richten op de onderlinge afstemming onder dekens over hoe om te gaan met advocatenkantoren in financiële nood en op de nieuwe invulling van de rol van de deken wanneer de nieuwe Advocatenwet in werking treedt. Verder zal hij het dekenberaad nader onder de loep nemen: de rapporteur is onder meer benieuwd naar de manier waarop besluiten van het dekenberaad worden geïmplementeerd in de lokale toezichtprakijk en hoe de afstemming tussen het dekenberaad en de Raden van Toezicht plaatsvindt.
Tevens wil Hoekstra het aspect ‘kwaliteit van de advocatuur’ nader invullen, waarvoor hij in het derde kwartaal de kantoorbezoeken van de dekens in de asiel- en vreemdelingenpraktijk zal beoordelen. Tijdens zijn onderzoek merkte de rapporteur namelijk dat ‘de feitelijke invulling van de kwaliteitsbeoordeling van asiel- en vreemdelingenadvocaten tussen de verschillende arrondissementen lijkt te verschillen.’
Hoekstra’s eindrapportage over het toezicht op de advocatuur in 2014 wordt eind dit jaar dan wel begin 2015 verwacht. De nieuwe tussenrapportage is hier te downloaden (PDF).