Een tuchtrechtelijke maatregel kost de advocaat voortaan 1000 euro, tenzij er omstandigheden zijn om de advocaat niet in de kosten van de procedure te veroordelen. Dat staat in de tijdelijke richtlijn kostenveroordeling Hof en Raden van Discipline, die vandaag is gepubliceerd op de website van de Raden van Discipline. Ook mag de tuchtrechtelijk veroordeelde advocaat de reiskosten van klager betalen, met een maximum van 50 euro.
Advocaten krijgen al regelmatig kostenveroordelingen opgelegd, en in de regel is dat 1000 euro. Nu is 1000 euro als forfaitair bedrag vastgelegd. Het betreft een richtlijn, ‘dus de tuchtrechter kan ervan afwijken als hij dat nodig vindt’. De kostenveroordeling is alleen mogelijk in ‘nieuwe’ zaken, dat wil zeggen dat de tuchtzaken na 1 januari 2015 bij de deken zijn ingediend of dekenbezwaren die na die datum bij de Raad van Discipline zijn ingediend.
De tuchtrechter kan uit eigen beweging of op verzoek van de advocaat een lager bedrag opleggen als omstandigheden daartoe aanleiding geven. Als voorbeelden worden genoemd: de geringe ernst van het feit, de draagkracht van de advocaat en/of de opstelling van de advocaat in de aanloop naar en tijdens de tuchtprocedure. Voor het overige geldt: ja tenzij. ‘Dus als is voldaan aan de wettelijke voorwaarde dan aan de advocaat een maatregel is opgelegd, legt de tuchtrechter in beginsel altijd beide hierna te noemen kostenveroordelingen op. De tuchtrechter doet dit ambtshalve, dus ook als er niet om is gevraagd.’
De richtlijn geldt voor een periode van twee jaar. Daarna wordt bezien of de richtlijn wordt bijgesteld.