Een advocaat legt beslag bij een andere advocaat op grond van een huurgeschil. Bij dat beslag vermeldt de advocaat in zijn verzoekschrift dat klager – de beslagene – als gevolg van een schrapping van het tableau zijn beroep niet meer mag uitoefenen. De bron van dat bericht: Advocatie. Echter: de informatie ‘blijkt bij nader inzien op een andere advocaat betrekking te hebben die eveneens van het tableau was geschrapt’.
Gevalletje haastige spoed zelden goed, geeft de advocaat toe. ‘Er is onder grote tijdsdruk te snel aangenomen dat die informatie betrekking had op klager, waarvoor verweerder zijn excuses heeft aangeboden. Er was geen sprake van opzet om juiste informatie over klager te verstrekken,’ zo staat te lezen in de uitspraak.
De Raad van Discipline in Den Bosch stelt dat van een advocaat mag worden verwacht dat deze zich ‘terughoudend opstelt’ bij het vermelden van een aan een collega opgelegde tuchtrechtelijke maatregel. ‘Hij dient zich hiervan in ieder geval te onthouden indien hij zich er niet voldoende van heeft vergewist dat de betreffende informatie juist is (…)’.
Daar komt bij dat het noemen van de schrapping – en daaruit voortvloeiend de vrees voor het wegmaken van geld – in deze zaak onnodig was. Bij een conservatoir derdenbeslag hoeft de vrees voor verduistering niet te worden onderbouwd. ‘De verstrekte informatie was derhalve niet relevant voor het verloop van de beslagprocedure,’ aldus de Raad van Discipline. Al met al is de verwijzing naar het tuchtrechtelijk verleden nodeloos grievend, stelt de Raad.
Hoewel de haastige advocaat door het stof is gegaan en excuses heeft aangeboden, gebeurt er op de zitting bij de Raad iets vreemds. Daar wordt door (de gemachtigde van) verweerder opnieuw gesteld dat de informatie over de schrapping van klager juist is. Desgevraagd heeft verweerder aan de Raad echter niet kunnen aangeven waar deze stelling op is gebaseerd.