Een advocaat die een cliënt op toevoegingsbasis bijstaat, laat deze bij voorbaat weten dat de toevoeging alleen de eerste twintig gewerkte uren dekt. Alle overige uren moeten worden betaald. Wanneer de advocaat inderdaad een nota indient, meldt de cliënt dit bij de deken.
Wanneer de deken de advocaat om opheldering vraagt, erkent zij onmiddellijk dat zij de nota heeft gestuurd. Ze zegt dat ze niet wist dat dit niet was toegestaan, en dat ze alleen deze cliënt een aanvullende nota heeft gestuurd. Ze betaalt het geld dat ze in rekening heeft gebracht terug.
Gedragsregels
De deken wijst de advocaat op de gedragsregels voor de advocatuur. Regel 16 lid 3 schrijft voor dat de advocaat integer en zorgvuldig handelt in financiële aangelegenheden en daarover een nauwgezette verantwoording aflegt aan de cliënt.
Regel 18 lid 2 is nog duidelijker: De advocaat zal van de cliënt voor de behandeling van een zaak waarin hij is toegevoegd voor zijn werkzaamheden geen vergoeding, in welke vorm dan ook, bedingen of in ontvangst nemen, afgezien van eigen bijdragen, verschotten en proceskosten volgens de daarvoor geldende regels.
Controle
De deken vraagt de advocaat een lijst te overhandigen van alle vergelijkbare zaken waarin de advocaat naast een toevoeging ook een factuur heeft gestuurd, inclusief een overzicht van de gedeclareerde bedragen. En dan blijkt dat de advocaat niet slechts één keer, maar minstens vijf keer een of meerdere nota’s heeft gestuurd naar cliënten die ze op basis van toevoeging bijstond.
Ook heeft ze drie keer een nota gestuurd omdat ze verwachtte dat de Raad voor Rechtsbijstand de toevoeging in zou trekken. In geen van deze zaken had de Raad de toevoeging al daadwerkelijk ingetrokken. In een geval stuurde de advocaat een cliënt tien aanmaningen, waarvoor zij elke keer 25 euro administratiekosten in rekening bracht.
Dekenbezwaar
De deken vindt dat de advocaat hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De Raad van Discipline is het daar volmondig mee eens, te meer daar het niet om een eenmalige misstap gaat. Dat de advocaat de regels niet zou kennen, acht de Raad niet waarschijnlijk. De advocaat is al zeer lang werkzaam in het vak. De basisregels van de overheid met betrekking tot de gefinancierde rechtshulp bestaan ook al lang.
Ook het verweer dat zij direct openheid van zaken heeft gegeven, kan de advocaat niet helpen. Volgens de Raad deed ze namelijk het tegenovergestelde door aanvankelijk te beweren dat ze in slechts één zaak uren had gedeclareerd naast de toevoeging.
Maatregel
De Raad concludeert dat de advocaat gedurende langere tijd de de kernwaarde (financiële) integriteit heeft geschonden. Het komt haar op een berisping te staan.
Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden, 18 november 2024 | ECLI:NL:TADRARL:2024:278