
Om de gesubsidieerde rechtsbijstand veilig te stellen, voelt staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) veel voor een samenwerking tussen commerciële kantoren en toevoegingskantoren. En als die samenwerking niet vrijwillig plaatsvindt, dan desnoods gedwongen.
Struycken benadrukte deze week nogmaals tijdens een debat van de Kamercommissie Justitie en Veiligheid dat alleen extra geld beschikbaar stellen volgens hem niet voldoende is. Het aantal sociaal advocaten loopt al jaren terug door vergrijzing en een gebrek aan instroom.
Lees ook: Tekorten in sociale advocatuur buiten Randstad zorgen voor wachttijden en overbelasting
Wettelijke verplichting
Voorafgaand aan de vergadering zette de staatssecretaris zijn standpunten al uiteen in een brief aan de Kamer. Hierin verwees hij ook naar de motie van de Kamerleden Ceder en Mutluer. “Deze motie roept de regering op om met wet- of regelgeving te bewerkstelligen dat de gehele advocatuur gaat bijdragen aan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand, door of door het leveren van die rechtsbijstand dan wel het betalen van een financiële bijdrage.”
Struycken ziet daarbij twee bewegingen voor zich: die van de toevoegingspraktijk die samenwerkt met de commerciële praktijk en andersom, de commerciële praktijk die de samenwerking opzoekt met de toevoegingspraktijk. “Waar mijn voorganger deze motie vooral via dialoog wilde bereiken, wil ik toch gaan bezien of een wettelijke verplichting tot meer beweging in de maatschappelijke bijdrage van de gehele advocatuur gaat leiden.”
België
Struycken kijkt voor oplossingen ook over de grens. In België bijvoorbeeld, mogen advocaten door de Belgische Orde van Advocaten verplicht worden om pro Deo op te treden. Struycken: “Gelet op de bijzondere rol die advocaten hebben in een democratische rechtsstaat en de daaraan verbonden privileges, zoals het procesmonopolie, mag van advocaten worden verwacht dat zij bijdragen aan het goed functioneren van het rechtssysteem en derhalve aan het vertrouwen van de rechtzoekende in een behoorlijke rechtsbedeling.”
Commissie Van der Meer
Eerder dit jaar presenteerde de commissie Van der Meer 38 aanbevelingen voor het behoud van de sociale advocatuur.
Lees ook: 40 miljoen nodig voor sociale advocatuur, maar Struycken waarschuwt: ‘Het rapport komt laat’
Struycken laat nog in het midden of en hoeveel van deze aanbevelingen hij zal doorvoeren. Dat is deels een centenkwestie: Struycken moet nog op zoek naar dekking in de begroting. Lukt het hem om geld te reserveren, dan krijgen het aanpassen van puntenaantallen en het verhogen van de toeslagen (inclusief de opvolgingstoeslag) zijn eerste prioriteit. Op de tweede plaats komt het verhogen van het basispunttarief. Nummer drie op de prioriteitenlijst is de reiskostenvergoeding voor mediators.
In sommige gevallen moeten mediators verplicht naar een rechtbank reizen voor mediationgesprekken. De commissie Van der Meer adviseert om voor mediators een algemeen geldende regeling voor reistijd- en reiskostenvergoeding te creëren, die aansluit op de regeling voor advocaten.