Kent u het televisiespotje waarbij twee tennissers beginnen aan een eindeloze rally? Het gaat maar door, over en weer. Eerst houdt het publiek het voor gezien, daarna valt commentator John McEnroe in slaap. Aan het slot staan de twee nog steeds te tennissen, maar ze hebben inmiddels lange baarden, er zitten spinnenwebben in het net en de tennisvloer is versleten. Dat beeld drong zich op tijdens Smit versus Westenberg, aflevering 42, vorige week woensdag in de rechtbank Amsterdam.
Door Lucien Wopereis
Toegegeven, Smit heeft nog wat fans op de tribune, en wat ook niet klopt met het beeld van de eindeloze rally: directe tegenstander is deze keer niet rechter Westenberg, maar de Nederlandse staat, vertegenwoordigd door landsadvocaat Houtzagers. Indirect gaat het echter wel om Westenberg: Smit eist dat de Nederlandse staat per direct stopt met het betalen van de advocaatrekeningen van de voormalige rechter.
Wat verder klopt aan de vergelijking met de reclame: de strijd tussen advocaat Smit en rechter Westenberg duurt inmiddels al ruim twaalf jaar. Geen van de partijen is in staat om een beslissende klap uit te delen. Het publiek – in de vorm van de media – is al lang verder getrokken.
Eigenlijk is dat jammer, want het is nog altijd een plezier om te luisteren naar de pleitende Smit. Soms door de vele zijstraten wat lastig te volgen, maar altijd gloedvol en gepassioneerd. Geen voorlezende Mr. Droogstoppel die je ook wel in de Nederlandse rechtszalen tegen komt. Houtzagers hoort het af en toe geamuseerd aan.
De zaak
Waar gaat het in deze fase van de strijd om? Smit vindt het belachelijk dat Westenberg nog altijd tegen hem procedeert op kosten van de Nederlandse staat. In rechte staat volgens Smit vast dat Westenberg heeft gelogen toen hij ontkende dat hij in de Chipshol-zaak had gebeld met advocaten. Sinds 2009 is dat de stand van zaken, en toen had de staat zijn vingers van de rechter af moeten trekken. “Ze hebben Westenberg een blanco cheque gegeven, er zit bij hem geen enkele rem op procederen. Dat is in strijd met de equality of arms.” De bodem van de oorlogskas van Smit is naar zijn zeggen al lang in zicht.
Smit pleit ruim een uur. Tal van onderwerpen passeren de revue: het feit dat hij als advocaat moet optreden in zijn eigen zaak (“nood breekt wet”), dat er “volstrekt zinloos” 26 getuigen zijn gehoord om aan te tonen dat Westenberg níet gebeld zou hebben met advocaten, het schandelijke en schadelijke optreden van de Raad voor de Rechtspraak, het aanhoudende liegen van Westenberg (“hij zou naar eigen zeggen geen les meer mogen geven, maar doet dat wel in Iran waar hij een cursus Nederlands bewijsrecht geeft”) en de suggestie dat alle ellende is begonnen omdat hoge heren bij de rechtspraak Smit “een lesje wilde leren”.
Het is allemaal “zo krom als een hoepel”. Smit heeft talloze keren aangedrongen op mediation en her en der gesmeekt om een en ander te regelen, maar liep telkens tegen een muur. Vier miljoen bruto wil hij hebben, na belasting blijft daar nog twee miljoen van over. Nodig om het gat in zijn pensioen BV te vullen, ontstaan omdat hij als gevolg van de zaak “besmet is geraakt” en de laan uit werd gestuurd door zijn toenmalige werkgever Simmons & Simmons.
Niets nieuws onder de zon
Landsadvocaat Houtzagers ziet niets anders dan “een herhaling van zetten”. Er zijn eerdere kort gedingen gevoerd met precies dezelfde inzet, en Smit heeft daarin telkens ongelijk gekregen, aldus Houtzagers. Neen, zo bepaalde de rechter bij eerdere gelegenheid: er is geen sprake van misbruik van procesrecht door de vergoeding van de advocaatkosten van Westenberg. Neen, er is geen sprake van een “klaarblijkelijke misslag van de bodemrechter die ingrijpen door een voorzieningenrechter noodzakelijk maakt”.
De vergoeding van de advocaatkosten is afgesproken toen Westenberg in 2009 vertrok bij de rechterlijke macht. “Dat is geen ongebruikelijke afspraak in een situatie waarin – zoals in dit geval – in onderling overleg die dienstbetrekking is beëindigd,” aldus Houtzagers. Het zou volgens de landsadvocaat onbehoorlijk zijn om die afspraak eenzijdig te wijzigen of in te trekken. Dat is slechts mogelijk als onomstotelijk komt vast te staan dat Westenberg willens en wetens de boel heeft belazerd. En alle beweringen van Smit ten spijt: daarvan is geen sprake, aldus Houtzagers.
En mediation? De staat heeft wel degelijk van alles geprobeerd en aangeboden. Houtzagers is er niet blij mee dat Smit uit de school is geklapt over het aangeboden bedrag van 376.000 euro, maar dat bedrag is in confraterneel overleg inderdaad genoemd. Krap vier ton ligt echter onoverbrugbaar ver af van de vier miljoen die Smit eist, en dus “heeft mediation geen enkele zin,” aldus de landsadvocaat.
Follow the money
Daarmee is de kern van het conflict tussen Smit en de staat wel boven tafel: Smit – afkomstig uit de Nederlandse topadvocatuur met de bijbehorende verdiensten – botst met de immer zuinige landsadvocaat over de hoogte van de schadevergoeding. Prettig overzichtelijk.
In de tweede ronde wordt Smit nog even emotioneel, als hij stelt dat hij sinds de zaak als “aangeschoten wild” door het leven gaat, uitgekotst door zijn voormalige werkgever. “Er zitten bloedspetters op mijn bef, er zitten bloedspetters op de muur. Over de hoogte van de schadevergoeding kun je onderhandelen, maar je zult dan wel het gesprek met mij moeten aangaan. State of mind van Houtzagers is nu: Smit krijgt niets.”
Uitspraak in het kort geding volgt 2 november. Volgt ook nog het hoger beroep in de bodemzaak: de pleitdatum is daar vastgesteld op… 4 september 2017. Dit tot ongenoegen van zowel Smit als Houtzagers. Houtzagers zegt zich in te willen spannen om die datum naar voren te krijgen. Game on.