Secretaresses van advocaten werken liever niet voor een vrouwelijke partner. Dat blijkt uit een onderzoek van de Amerikaanse hoogleraar Felice Batlan. Zij vroeg 142 juridische secretaresses van grotere advocatenkantoren voor wie zij liever werken. Geen van de respondenten bleek de voorkeur te geven aan werken voor een vrouwelijke partner.
95% van de ondervraagde secretaresses is zelf vrouw, en het merendeel is van middelbare leeftijd en heeft aanzienlijke werkervaring. Ze komen van kantoren met meer dan honderd advocaten.
35% van de ondervraagden zegt de voorkeur te geven aan werken voor een mannelijke partner. Daarna volgen met 15% de mannelijke associates. Slechts 3% werkt het liefst voor een vrouwelijke associate, maar geen enkele respondent noemde de vrouwelijke partner als favoriete baas. 47% had geen mening.
ABA Journal somde enkele reacties van secretaresses op uit het onderzoeksrapport. “Vrouwen maken het hun vrouwelijke assistent moeilijker dan mannen. Ze zijn meer gefocust op details en ze moeten meer hun best doen om zich te bewijzen, wat ze dan weer op jou afreageren. Ze zijn ook passief agressief, terwijl een man je gewoon zal vertellen wat je taak is,en het niet emotioneel en persoonlijk maakt.”
Een ander: “Volgens mij zijn mannen gewoon meer flexibel en minder emotioneel dan vrouwen. Dat zou kunnen komen omdat vrouwelijke partners meer druk voelen om te presteren.” En een laatste: “Vrouwelijke advocaten zijn óf gemeen omdat ze proberen te zijn als hun mannelijke tegenhanger, óf te aardig en emotioneel omdat ze de stress niet aankunnen. Hoe dan ook, hun houding en gebrek aan volwassenheid houdt in dat jij een ‘punching bag’ bent.”
Maatschappelijke verwachtingspatronen
Sommige secretaresses zeiden niet graag voor vrouwen te werken omdat die te onafhankelijk zijn, schrijft Batlan. Een vrouw schreef over haar mannelijke baas: “De partner waar ik voor werk vergeet kleine dingen. Als hij de deur uitgaat voor een afspraak loop ik hem vaak even achterna, om nog snel een lijstje door te nemen van dingen die hij misschien nog nodig heeft. Gek genoeg heb ik niet het idee dat vrouwelijke advocaten dat soort hulp nodig hebben.”
Geen kleine minderheid, 45%, zegt dat ze ook persoonlijke taken doet voor advocaten. Het idee van de secretaresse als tweede vrouw is echter achterhaald, vinden de meeste respondenten. Zeker ook omdat de meeste secretaresses tegenwoordig voor meer dan één advocaat werken.
Batlan vroeg zich af of de houding van juridische secretaresses beïnvloed wordt door maatschappelijke verwachtingspatronen. “Een vrouw die een man van dienst is, voldoet aan dominante en traditionele – doch betwiste en veranderende – geslachtsafspraken, en zet die voort,” aldus Batlan.”Geslachtsstructuren vertellen mannen dat ze recht hebben op hulp van een vrouw en dat vrouwen geacht worden die hulp te geven.”
Andere mogelijke redenen van de voorkeur voor een mannelijke advocaat als baas volgens het onderzoek: mannen hebben nog steeds de macht op advocatenkantoren en secretaresses willen werken voor degenen met macht; vrouwen zouden meer kortaf kunnen zijn vanwege de spanning tussen werk en privé en vrouwen denken dat secretaresses meer werk verrichten voor een mannelijke baas, wat frictie kan veroorzaken.
Batlan stelt dat vrouwelijke advocaten zich in een paradoxale positie bevinden: als ze zich niet gedragen als mannen, worden ze gezien als te emotioneel. En als ze zich wel gedragen als mannen, dan worden ze gezien als arrogant.