Advocatenkantoor Ploum doet van zich spreken: vandaag stappen maar liefst twaalf nieuwe collega’s aan boord. Verder was het kantoor de snelste groeier in 2018 en loopt er een opmerkelijke reclamecampagne waarin klanten en een zwarte panter – afgeleid van het logo van het kantoor – de hoofdrol spelen. “Er is een dynamiek ontstaan die mij doet terugdenken aan de beginjaren van het kantoor,” aldus Rutger Ploum.
Door Lucien Wopereis
Bij aanvang van het gesprek moet hem meteen iets van het hart. Hij vindt het jammer dat de jury heeft besloten om de Gouden Zandloper voor marketing niet toe te kennen aan zijn kantoor. “Wij hebben Van Iersel Luchtman van harte gefeliciteerd met hun overwinning. Maar we wilden winnen, dat zit bij advocaten nu eenmaal ingebakken.”
Hij is trots op de reclamecampagne waarin klanten en partners van het kantoor figureren. Zo kwam Martin Mulder, country manager Benelux van Harley Davidson, met motor en al naar Rotterdam voor een fotoshoot. “Dat is best wel iets om te vragen van een cliënt. Maar ze werkten allemaal graag mee, en ze zijn erg enthousiast over het resultaat. Inmiddels hebben vijf andere klanten hun medewerking aan de campagne aangeboden,” vertelt de bestuursvoorzitter.
Ploum straalt in alles uit dat hij blij is met de gang van zaken op het kantoor, al kijkt hij ook met gemengde gevoelens terug op het vertrek van medeoprichters en naamgevers Jeroen Princen, Duco Lodder en Peter de Waal in 2017 en 2018.
Nieuwe sfeer
“Samen met vele andere compagnons bouwden wij in ruim twintig jaar aan een prachtig kantoor. Het doet pijn als mensen van het eerste uur, met wie je zoveel lief en leed hebt gedeeld, vertrekken. Aan de andere kant biedt dat ook nieuwe kansen. Er ontstond een nieuwe sfeer die goed is geweest voor kantoor.” Ploum stelt dat ieder bedrijf door dergelijke fasen heen gaat. “Dat moet je als ondernemer aanvaarden en er van leren.”
Sinds het afscheid van de drie oprichters is er sprake van “een nieuwe dynamiek met veel saamhorigheid”. Dat komt ook door een breed gedragen groeistrategie van het kantoor. Met de twaalf mensen erbij –waaronder bank- en effectenrechtpartners Matthijs Bolkenstein en Lucas Lustermans afkomstig van Eversheds Sutherland en een achtkoppig team Douane, handel en logistiek afkomstig van Kneppelhout & Korthals – staat de teller inmiddels op 64 advocaten.
Samen met de (kandidaat)notarissen is er nu sprake van 75 fee-earners. Eind volgend jaar, het kantoor viert dan het 25-jarig bestaan, moeten dat er meer dan 85 zijn. De arbeidsmarktpositie van het kantoor is volgens Ploum uitstekend, zeker ook onder studenten. “Jonge mensen willen graag bij ons werken. Wij zijn een kantoor met lef, en dat spreekt jongere generaties aan.”
Rotterdams
Volgens Ploum is groei noodzakelijk om vanuit Rotterdam een nationale speler met sterke sectorfocus – waaronder zorg, energie, handhaving en sacties, transport en logistiek – te kunnen zijn. “Focus op wat je goed kunt is belangrijk. Daarom zijn wij ook zo blij met de komst van onze nieuwe professionals. Zij vullen ons dienstenpakket voor bestaande en nieuwe klanten perfect aan.”
Een grotere omvang maakt het kantoor ook minder kwetsbaar voor het vertrek van partners en advocaten. “Maar grootte zegt niet alles. Onze mensen zijn vakinhoudelijk zeer goed en wij moeten dan ook alleen uitbreiden met advocaten en notarissen die op hun vakgebied onderscheidend zijn.” En een pied a terre aan de Amsterdamse Zuidas of elders? “Nee, dat gaat voorlopig niet gebeuren. We noemen ons niet voor niets Rotterdam Law Firm.”
Het wordt door het kantoor vaak gememoreerd, de Rotterdamse mentaliteit van ‘niet lullen maar poetsen’. “Dat slaat op het type mensen dat hier werkt. We zijn benaderbaar, en werken vanuit de perceptie dat we normale dienstverleners zijn die naast ondernemers staan, met hen meedenken en wijzen op wat mogelijk beter of anders kan. Pragmatisch. Geen ingewikkelde, ellenlange stukken met bijbehorende prijskaartjes. Zo houden wij klanten bij ons, ook op de lange termijn.”
Snel schakelen
Sinds 9 febuari 2019 is Rutger Ploum ook deeltijd partijvoorzitter van het CDA. Hij werkt ongeveer vier dagen in Rotterdam (als bestuursvoorzitter én praktiserend advocaat) en een dag per week op het partijbureau van het CDA in Den Haag. Het is hard werken, maar mede door zijn dertigjarige ervaring als advocaat is het volgens hem goed te doen. “Ik ben arbeidsrechtadvocaat, en dan ben je gewend om veel dossiers onder je te hebben. Ik heb geleerd om snel te schakelen en dat komt nu goed van pas.”
Bij het CDA wil hij gaan doen wat hij bij zijn kantoor ook doet: enthousiasmeren, het voortouw nemen om samen de schouders er onder te zetten. “Natuurlijk kent de politiek een andere dynamiek dan een bedrijf, denk alleen al aan de ego’s of de publiciteit waar je mee te maken krijgt. Maar in beide gevallen heb ik te maken met een organisatie in verandering. En daar voel ik mij op mijn plaats.”