JPR Advocaten (Deventer, Doetinchem, Enschede, Groenlo en Zutphen) heeft een kort geding over de omvang en strekking van een concurrentiebeding van een advocaat-medewerker verloren. JPR Advocaten stelde bij het gerechtshof Arnhem dat de vertrokken advocaat-medewerker Hugo van Steijn via een vestiging van De Mul Zegger Advocaten in Malden concurrerende werkzaamheden verrichtte voor de vestiging van De Mul Zegger in Apeldoorn. Dat zou in strijd zijn met het concurrentiebeding. Volgens het hof is daarvan geen sprake.
Van Steijn is sinds 1 juli 1999 werkzaam bij JPR Advocaten, eerst als stagiaire en per 1 september 2002 als advocaat-medewerker. Hij verricht zijn werkzaamheden in nauwe samenwerking met en onder verantwoordelijkheid van een maat. Beide zijn gespecialiseerd in het ruimtelijk bestuursrecht.
In 2008 onstaat er ruzie binnen de maatschap over het te voeren beleid. De ruzie leidt ertoe dat twee maten opstappen, waaronder de baas van de advocaat-medewerker. Hij gaat aan de slag bij een nieuwe vestiging van De Mul Zegger in Apeldoorn. Het geldende concurrentiebeding wordt omgezet in een relatiebeding, op grond waarvan hij een deel van zijn cliënten mag meenemen. Ook mag hij op grond van het relatiebeding werkzaam zijn binnen de straal van dertig kilometer rond Deventer, de afstand die in het concurrentiebeding is opgenomen.
In een e-mail van 12 december 2008 meldt Van Steijn dat hij per 1 januari 2009 ook zal gaan werken voor De Mul Zegger. In verband met aangekondigde procedures, meldt hij in correspondentie met cliënten dat hij “vooralsnog” deel gaat uitmaken van de vestiging van De Mul Zegger in Malden. Dat dorp, vlak onder Nijmegen, ligt buiten de straal van dertig kilometer van alle vestigingen van JPR Advocaten.
Betrokkenheid
De kantonrechter oordeelt in kort geding echter dat het concurrentiebeding ook ziet op de werkzaamheden van Van Steijn in Malden. De inhoudelijke betrokkenheid van de advocaat-medewerker impliceert volgens de kantonrechter ook betrokkenheid bij de werkzaamheden van de vestiging Apeldoorn, gelet op de eerdere nauwe samenwerking tussen de maat en de advocaat-medewerker, de specialisatie ruimtelijk bestuursrecht, hun (aanvankelijk) gezamelijke Apeldoornse plannen en het voornemen om die plannen in 2010 alsnog te realiseren.
Het hof oordeelt anders. Volgens de rechters mag Van Steijn bij De Mul Zegger in Malden werken, ook al ligt een vestiging van datzelfde kantoor binnen de dertig kilometer uit het concurrentiebeding. “Dat is alleen anders wanneer vaststaat dat de werkzaamheden van de medewerker in belangrijke mate gericht zijn op het verboden gebied, hetgeen het geval is wanneer de medewerker, ofschoon niet in het gebied werkzaam, wel in belangrijke mate werk voor de vestiging van zijn nieuwe kantoor in dat gebied verricht. (…) Het enkele feit dat de advocaat-medewerker werkzaam is in de Maldense vestiging, en dat dat kantoor ook nog een vestiging heeft in Apeldoorn, is onvoldoende voor een verbod van de advocaat-medewerker om bij dat kantoor de rechtspraktijk uit te oefenen.”
Het hof is tevens van oordeel dat Van Steijn “de schijn tegen heeft”. Hij heeft bij JPR geen opening van zaken gegeven over zijn plannen, hij heeft geprobeerd uit zijn verplichtingen uit het concurrentiebeding ontheven te worden en concrete plannen gemaakt en (deels) uitgevoerd om in het verboden gebied aan de slag te gaan. Daaruit volgt echter niet “dat zonder meer aannemelijk” is dat hij vanuit Malden heeft gewerkt voor de vestiging Apeldoorn, aldus het hof.
Kwestie uit de lucht
We bellen met Hugo van Steijn. Die blijkt niet in de vestiging van De Mul Zegger in Malden te zitten, maar…in Apeldoorn. De zaak is naar aanleiding van het arrest van het Hof Arnhem uitonderhandeld, de kwestie is uit de lucht, aldus de advocaat.
Benjamin Vaandrager van Bronsgeest Deur Advocaten uit Amsterdam, advocaat van JPR, houdt zich van de domme. Hij zegt desgevraagd dat hij met JPR nog niet heeft gesproken over eventuele vervolgstappen. Bij JPR zelf is niemand bereikbaar voor commentaar.