Het innoverend vermogen van de advocatuur is teleurstellend, daarover waren de deelnemers aan een ronde tafel-bijeenkomst vorige week donderdag ten kantore van SDU het met elkaar eens. Onvoldoende urgentie, haperende uitvoering, de belemmerende omvang van de organisaties en de partnerstructuur, de regels van de Orde: allemaal drempels. Hoe een en ander te doorbreken? “Ik zou me willen laten betalen in aandelen. Dan krijg je de beste advocaten voor de beste start ups.”
De deelnemers aan de ronde tafel hebben alle vijf hun sporen verdiend als innovatieve ondernemers, een aantal binnen de juridische wereld, een aantal daarbuiten. Een voorstelrondje, van links naar rechts: Arent-Jan Majoor, Erik Vollebregt, Pablo van Klinken, Paulus Veltman en Taufan Homan (klik op de foto voor een korte bio).
Vooral het ondernemersverhaal van advocaat Erik Vollebregt wordt met belangstelling aangehoord. Hij startte het advocatenkantoor Axon Lawyers en wist zich met een uitgekiend social mediabeleid in de kijker te spelen van de internationale life science-industrie. Hij won er in maart van dit jaar de juryprijs Gouden Zandloper mee.
Vollebregt vertelt dat hij al begon met bloggen toen hij als advocaat werkte bij Greenberg Traurig. Op een gegeven moment bedacht hij zich dat het kantoor wel eens een blogging policy zou kunnen hebben. En ja hoor. “Ik heb de regels opgezocht, en toen bleek dat ik ze op minstens vijf punten had overtreden. Ik heb het toen maar gemeld aan de managing partner, en die zei: ‘ik doe maar even alsof ik dit niet heb gehoord’.”
Toch begon Vollebregt de regels bij het grote internationale kantoor als knellend te ervaren, waarop hij besloot om zijn eigen kantoor te beginnen. De business case van het nieuwe kantoor helemaal werd gebouwd op de inzet van social media. Hij ging verder met bloggen op een persoonlijke en begrijpelijke wijze, vooral geen juridische haarkloverij. “Ik krijg daar heel veel reacties op. ‘Eindelijk iemand die schrijft wat wij snappen’, hoor ik vaak.”
Je helemaal focussen op je eigen niche, zo vat Vollenbregt zijn innovatie samen. “Binnen andere niches werkt het vaak ook zo. Denk aan sportrecht: daar zijn drie of vier advocaten actief waar iedereen uiteindelijk terecht komt. Want zo werkt het: the winner takes it all.”
Starbucks
Aardig is ook de bijdrage van Arend-Jan Majoor. Hij vertelt over zijn eerste mislukte start up. Hij voorzag in 2007 dat er veel kantoorruimte leeg zou komen te staan, dus ontwierp hij een soort marktplaats voor flexibele werkplekken. Het concept sloeg niet aan. “Mensen willen geen vreemden in hun kantoor. En mensen die ergens willen werken, gaan bij Starbucks zitten.” Inmiddels is hij met zijn concept Frismakers een andere weg in geslagen.
Pablo van Klinken (voorheen KSU) wijst er op dat innovatie binnen bestaande ondernemingen vaak moeilijk is. Hij is net begonnen met Justitia Omnibus, een website waar juridische templates en modellen tegen een lage prijs verkrijgbaar zijn. “Ik heb altijd gezegd: ik ga het helemaal opnieuw doen. Iets van de grond af opbouwen, een niet-bestaand business model uitwerken. Echt innoveren binnen bestaande, grote ondernemingen is vaak heel erg lastig.”
Taufan Homan, hij werkte lange tijd als kennismanager binnen de advocatuur, is het meest pessimistisch over het innoverend vermogen van de advocatuur. Volgens hem ontbreekt het niet zozeer aan innovatieve ideeën, maar gaat het vaak mis in de uitvoering. “Advocatenkantoren zijn naar eigen zeggen allemaal innovatief. Volgens mij is dat vooral marketing.”
Paulus Veltman maakt een opmerking die nog een aaantal keren herhaald zal worden. Volgens hem zijn we beland in een on demand-economie, en gaat het dus vooral luisteren naar de klant, om het leveren van producten en diensten die de klant ook echt wil hebben. “De tijd dat zes stropdassen in een kamertje gingen bedenken wat ze nu weer op de markt zouden brengen, is echt voorbij. Het informatiemonopolie van bedrijven is afgebroken, mensen vertellen onderling op social media wat ze van iets vinden.”
Commodity
Wat staat advocatenkantoren te doen? Moeten ze überhaupt wel innoveren?
Daar zijn de aanwezigen het toch wel over eens. Samengevat: als advocaten niets doen, dan komen ze steeds meer in een commodity-markt terecht, ook door de komst van steeds meer goedkope alternatieve aanbieders van juridische dienstverlening. Daardoor komt de prijs zwaar onder druk te staan.
Volgens Arend-Jan Majoor zit de toekomst in bedrijven – dus ook advocatenkantoren – die zaken simpeler kunnen maken voor hun klanten. “Ik moest laatst voor een bankgarantie vijftig handtekeningen plaatsen. Daarnaast moest mijn partner tekenen, en ook mijn businesspartner. Dat is niet van deze tijd. Een groot bedrijf dat versimpeling weet te brengen in legal, dat wordt de winnaar.”
Vollenbregt wil door middel van zijn dienstverlening investeren in jonge ondernemingen. “Mij laten betalen in aandelen, dat zou ik graag willen. Ik ken een Amerikaanse advocaat die dat gedaan heeft bij Google. De enorme opkomst van Silicon Valley vanaf begin jaren tachtig is mede aan dat model te danken.” Alleen, tussen droom en daad, staat vooralsnog de Orde in de weg.