Repeterende wrakingsverzoeken, waarbij niet alleen de behandelende rechters maar ook wrakingskamer en het gehele hof worden gewraakt, frustreren de afhandeling van zaken. ‘De wrakingskamer is bij uitstek de kamer die over een dergelijk misbruik van de bevoegdheid om te wraken een halt dient toe te roepen. Aan elk geding moet nu eenmaal een einde komen,’ aldus het Hof van Discipline.
De wraker is van oordeel dat de rechters zijn gaan behoren tot ‘een verboden groep of personen ex artikel 17 EVRM ofwel die de verboden daden ex artikel 17 EVRM plegen’.
De Hof van Discipline is van oordeel dat de opgevoerde redenen voor de wraking niet voldoen ‘aan de minimale deugdelijke en concrete motiveringsvereisten’. ‘Het betreft slechts algemene, deels onbegrijpelijke veronderstellingen en deels gezochte argumenten die blijk geven van achterdocht, argwaan en wantrouwen jegens de leden van het hof.’
Ook het beroep op artikel 17 van het EVRM raakt kant noch wal, stelt het hof wrevelig vast. ‘De algemene doelstelling van artikel 17 EVRM is te voorkomen dat groepen (en personen) met totalitaire standpunten het EVRM voor hun eigen doelstellingen gebruiken. Verzoeker onderbouwt in zijn wrakingsverzoek in het geheel niet waaruit het vermeende misbruik door de voorzitter en de leden van de kamer die de hoofdzaak op 21 september hebben behandeld, in dit verband heeft bestaan. De gegeven toelichting is ofwel te algemeen, ofwel irrelevant, ofwel onbegrijpelijk.’