Aan het slot van de presentatie van het Imago Blauwdruk Arbeidsmarkt Juristen 2009 van Blauw Research op 9 juni jongstleden, stelt een deelnemer een interessante vraag aan de zaal. Wie is er binnen kantoor verantwoordelijk voor wervingscampagnes voor pas-afgestudeerden: HRM of marketing? Er gaan vrijwel alleen groene kaarten omhoog: de HRM-afdeling. De vragenstelster is tevreden: zo hoort het volgens haar ook. “Hiermee kan ik naar mijn raad van bestuur.”
Arjen van Ulden van Blauw Research heeft kort daarvoor nog het grote belang van merkenbouw en -identificatie voor advocatenkantoren onderstreept. Dat veronderstelt een eenduidige opvatting binnen kantoor van “wat je als kantoor wilt zijn en uitstralen”. De vraag uit de zaal maakt meteen duidelijk hoe lastig dat is. Landjepik tussen verschillende afdelingen, het is aan de orde van de dag, en laat zich ook niet gemakkelijk bestrijden.
Blauw interviewde voor het onderzoek 432 rechtenstudenten van alle rechtenfaculteiten in de laatste twee jaar van hun studie. De belangrijkste bevinding uit het onderzoek is dat studenten zich bij hun keuze voor een werkgever steeds meer laten leiden door de sfeer en ambiance van het kantoor. Voor iets meer dan 50% van de rechtenstudenten is dat het belangrijkste keuzemotief. In 2008 was dat percentage nog 44%. Primaire arbeidsvoorwaarden en goede doorgroeimogelijkheden staan op plaats twee en drie, met respectievelijke 43% en 29%. Ten opzichte van 2008 zijn bij deze twee categorieën de verschillen gering.
Blauw splitste de ‘zachte’ en ‘harde’ keuzemotieven verder op. Goede balans tussen werk en privé, uitdagend en gevarieerd werk en goed gevoel bij de bedrijf scoren allemaal ruim boven de vijftig procent. Hardere factoren als goede arbeidsvoorwaarden, opleidingsmogelijkheden en doorgroeimogelijkheden scoren telkens rond de 40%.
Volgens Van Ulden zijn de harde voorwaarden bij vrijwel alle kantoren goed geregeld, maar de zachte veel minder. Advocatenkantoren kunnen zich juist op de laatste beter profileren. Dat kan door massamediale merkenbouw, maar veel belangrijker is de inzet van de juiste mensen van het kantoor bij contacten met studenten. Studenten zijn vaak sceptisch over massamediale uitingen (“Iedereen zegt dat ie informeel is”), het gaat juist om “de klik” in het persoonlijk contact. “Zoek per ontmoeting de juiste match,” aldus een aanbeveling.
Typologie
Blauw ontwierp ook een typologie van rechtenstudenten. Er zijn avonturiers, carrièrejagers, kalme kabbelaars en positieve gezelschapsmensen. Bij elk van deze types horen andere keuzemotieven. Avonturiers zoeken uitdaging, (internationale) doorgroeimogelijkheden en ze willen dat het kantoor oog heeft voor talent. Carrièrejagers waarderen het internationale karakter van het kantoor, de opleidingsmogelijkheden en de toonaangevendheid van het kantoor.
Kalme kabbelaars vinden de balans werk en privé belangrijk, alsmede de begeleiding. Positieve gezelschapsmensen azen ook op een goede balans tussen werk en privé, en zoeken daarnaast vooral naar teamwork.
Het is aan de kantoren om te kiezen voor een eenduidige samenstelling van hun teams, of juist te kiezen voor een mix. Volgens een recruiter uit de zaal is bij het zoeken van nieuwe werknemers niet de typologie van de student bepalend, maar de gevraagde competenties. “Je kunt een student met alleen maar tienen willen, maar ook een heel ander type.”
Gouden Spreekbuis
Aan het slot van de middag wordt nog de Gouden Spreekbuis voor de beste massamediale communicatie uitgereikt. Genomineerden De Brauw Blackstone Westbroek, Houthoff Buruma en Stibbe. Niet de meest spraakmakende campagne van het afgelopen jaar wint (Houthoff met “Ga vooral eens kijken bij de concurrent”), maar Stibbe (“Zo werkt dat bij Stibbe”). De bekendheid van het kantoor blijkt het sterkst gestegen, het imago is goed en in ontwikkeling, en de mate van overwegen als werkgever zit in de lift. Judith Jeurissen en Eva van den Berg van Stibbe nemen de prijs in ontvangst.