Vorige week is een eenpits-curator door tussenkomst van de voorzieningenrechter terug op de benoemingenlijst van curatoren gezet, nadat ze er eerder door de rechters-commissarissen (rc) af was gehaald wegens gebrek aan vertrouwen. Volgens de voorzieningenrechter moet er “een substantiële grond” zijn voor een dergelijke stap, en ontbrak die in deze zaak. Rocco Mulder van Insolad noemt de gang naar de rechter een “hele stap. En: “opmerkelijk dat de rechter daar in meegaat”.
De kwaliteit van haar werk was goed. Snelheid, niks op aan te merken. De curator die al zestien jaar in het vak zat en als eenpitter vier jaar naar tevredenheid van de twee rechtbanken faillissementen afhandelde, moest wel meer gaan samenwerken met (goedkopere) derden, zo vonden de rc’s. De curator legde vervolgens externe contacten, maar maakte daar nog geen gebruik van.
De rechters-commissarissen vonden dat niet voldoende en schrapten haar vorig jaar zomer toch van de benoemingenlijst, met als reden het ontbreken van een goede basis voor samenwerking. Ook haar declaratiegedrag stond ter discussie. De curator kreeg verder te horen van een rc dat hij vier eenpitters op de lijst had, en dat hij daar van af moest, zo staat in de uitspraak te lezen. “Met andere woorden verlangde u dat ik óf personeel dien aan te nemen, óf dien te fuseren met een ander kantoor,” redeneerde de curator, die deze beslissing “discriminatoir ten opzichte van kleine kantoren” noemt. Ze spande een kort geding aan.
Ze won. Voorzieningenrechter Hans Hofhuis van de rechtbank Den Haag oordeelde dat er geen rechtvaardiging was voor het schrappen van de curator. “Voor een dergelijk gebrek aan vertrouwen moet immers een substantiële grond bestaan, en deze kan hier niet worden vastgesteld.”
“Gedurfd”
“Het is voor de eerste keer dat ik heb gezien dat een geschrapte curator naar de rechter stapt om weer op de lijst geplaatst te worden,” zegt curator Rocco Mulder van Insolad, die haar keuze er een zaak van te maken een “hele stap” noemt. “Opmerkelijk dat de rechter daar in mee gaat.” Hij noemt het besluit van rechter Hans Hofhuis, voormalig president van de Rechtbank Den Haag, “gedurfd”.
Volgens Mulder is er bij eenpitters wel extra aandacht voor de kwaliteit en kwetsbare punten, zoals ondersteuning. Maar nieuw beleid om ze niet meer te benoemen, is er volgens hem niet.