Werd het nieuwe UvA-praktijkvak Clinic Technologie, Media & Communicatie begin dit jaar aangekondigd, inmiddels zijn tien studenten informatierecht druk in de weer met de juridische advisering van vijf Amsterdamse startups. Stijn Elfrink is een van de uitverkorenen: “Het is meer dan een keuzevak. Het draait om echt juridisch advies; dus je kunt je er niet gemakkelijk vanaf maken.“
Door Joris Rietbroek
Het keuzevak aan de UvA voor rechtenstudenten uit het hele land is ontstaan uit een samenwerking tussen de Amsterdamse Stichting de Clinic – een in technologie, media en communicatie gespecialiseerde rechtswinkel –, het Instituut voor Informatierecht (IViR) en een reeks gerenommeerde advocatenkantoren. Eerder dit jaar begon de werving van tien ‘uitmuntende’ studenten informatierecht en van enkele geschikte Amsterdamse startups. Het praktijkvak is inmiddels in volle gang; eind juni geven de studenten een eindpresentatie over hun project.
Een van de deelnemende rechtenstudenten is Stijn Elfrink, die tot nu toe nog geen stage liep en zich aanmeldde om praktijkervaring op te doen. Daarbij vindt hij startups boeiende bedrijven. “Je weet dan immers dat je met heel gemotiveerde mensen te maken hebt, die hun idee zover mogelijk willen brengen.” Maar hoe verder zo’n startende onderneming wil gaan, hoe hoger de juridische hobbels kunnen zijn. En voor een beginnend bedrijf zijn de kosten van een gespecialiseerde advocaat meestal nog onbetaalbaar.
Dat maakt van het praktijkvak bij uitstek een win-winsituatie: de studenten doen in een klap veel praktijkervaring op en de deelnemende startups krijgen kwalitatief hoogwaardig juridisch advies. Gratis bovendien. De gemeente Amsterdam subsidieert het project voor de komende drie jaar. Per semester gaat steeds een nieuwe groep studenten aan de slag voor een eveneens nieuwe selectie van startups.
Dichtgetimmerd
Het juridische werk dat de studenten verrichten bestaat onder meer uit het opstellen dan wel checken van contracten en algemene voorwaarden en advisering over merkbescherming, licenties en privacyregels. Vooral in de eerste weken – eind april – was er intensief contact tussen het bedrijf en de studenten, vertelt Elfrink. “We lazen al hun stukken, tot de oprichtingsverklaring en de KvK-inschrijving aan toe, om zeker te weten dat alles ondernemingsrechtelijk in orde is.”
Hierna was het tijd om de juridische vraagstukken van het bedrijf te inventariseren en aan de slag te gaan met de formulering van bijpassende adviezen. Deze antwoorden worden altijd bekeken en van feedback voorzien van meerdere deelnemende advocatenkantoren, onder wie NautaDutilh, Stibbe, DLA Piper en SOLV. “Het advies moet juridisch immers kwalitatief goed en volledig dichtgetimmerd zijn,” zegt Elfrink. “Het voordeel voor de startups is dat zij zo de garantie hebben op goed advies, omdat ervaren advocaten al onze antwoorden bekijken en waar nodig aanvullen.” Ieder deelnemend kantoor buigt zich over een specifiek onderwerp: zo gaan de studenten naar SOLV. voor privacyvraagstukken of naar DLA Piper als het over softwarelicenties gaat.
Braingineers
Elfrink zelf voorziet momenteel met een medestudent Braingineers van juridisch advies, een startup die met behulp van technieken als eyetracking of EEG (hersenscans) onderzoekt hoe consumenten online advertenties beleven. Zo biedt het door twee jonge afgestudeerde psychologen opgerichte Braingineers vrij letterlijk een kijkje in het hoofd van potentiële klanten. “Zij hadden vooral veel privacy- en software gerelateerde vraagstukken voor ons,” aldus Elfrink. “Die zijn heel uitdagend: we zijn bijvoorbeeld nog aan het nadenken over de vraag wat de juridische status is van data uit een hersenscan. Gelden die wel of niet als persoonsgegevens? Mogen zulke data wel worden opgeslagen? Het is een boeiend grijs gebied: we zijn er nog niet uit.”
Het leren omgaan met juridische schemergebieden maakt het keuzevak voor Elfrink daarom extra interessant. “En het is heel goed voor je social skills. Je kunt soms geen 100% sluitende antwoorden geven aan het bedrijf, maar wel proberen zo goed mogelijk uit te leggen wat de risico’s en de mogelijkheden zijn. Het is uiteindelijk aan de startup zelf om een bedrijfsmatige beslissing te nemen.”
Geen kaas van gegeten
Max van Kaathoven, medeoprichter van Braingineers, is uiteraard maar wat blij met de juridische hulp die zijn startup dankzij het nieuwe praktijkvak krijgt. “Want als je alle juridische zaken zelf moet uitzoeken, ben je niet alleen geld, maar ook heel veel tijd kwijt.”
Alleen al een middagje overleg met de twee aankomende juristen leverde volop stof tot nadenken op. “De technologie die we verkopen is immers heel nieuw. Er zijn nog nauwelijks juridische praktijkvoorbeelden om op terug te kunnen vallen,” weet Van Kaathoven. “Alleen al de vraag van de studenten waar we onze data opslaan, bleek een heel goede. Want mocht je server bijvoorbeeld in de VS staan, dan gelden er weer heel andere regels. Dat was een van de vele dingen waar we niet bij hadden stilgestaan. Daar hebben we nu eenmaal geen kaas van gegeten.”
Studenten die in aanmerkingen willen komen voor deelname aan het praktijkvak (vanaf september), kijken voor meer informatie op de website van Clinic.