De rechtbank Amsterdam wilde raadsheer Hans Helmonds schorsen en mogelijk ontslaan, omdat deze zich schuldig zou hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte, het afleggen van onjuiste verklaringen en het wegmoffelen van vormfouten in een strafzaak. Helmonds, tevens docent Strafprocesrecht bij de Nederlandse Orde van Advocaten, ontkent: “Onhandig gedrag”. Door advocaat Henk Brink is aangifte gedaan tegen Helmonds en een officier van justitie. “Linksom of rechtsom is er sprake van valsheid in geschrifte.”
Helmonds mag echter aanblijven van de Hoge Raad. De procureur-generaal vorderde dat Helmonds, momenteel raadsheer-plaatsvervanger aan het Amsterdamse gerechtshof, drie maanden op non-actief gezet zou worden wegens het afgeven van tegenstrijdige verklaringen en het opstellen van onjuiste officiële stukken betreffende zijn handelswijze als rechter-commissaris in een strafzaak begin dit jaar. De procureur-generaal vorderde dat op aangeven van de rechtbank Amsterdam.
Helmonds, tot maart rechter-commissaris bij de rechtbank Amsterdam, gaf in de nacht van 9 op 10 februari 2010 telefonisch machtiging voor een huiszoeking aan officier van justitie Hetty Hoekstra. In een woning aan de Hendrik de Bruynstraat in Amstelveen zou een acute gijzelingssituatie zijn ontstaan, en er zou tevens explosiegevaar zijn. De machtiging tot huiszoeking die Helmonds aan Hoekstra gaf, werd opgevat als een blanco volmacht, omdat er op dat moment nog geen adres bekend was waar de inval plaats zou moeten vinden.
De ochtend na de inval, die vier kilo explosieven en enkele arrestaties opleverde, stelde Helmonds zijn machtiging op schrift, met daarop het adres waar uiteindelijk de inval plaatsvond, én zijn handtekening. Het document verdween daarop in de justitiële papiermolen, om later op te duiken in het strafdossier.
Wel of geen mondelinge machtiging?
Achteraf besprak Helmonds de zaak nog met de officier Hoekstra. Helmonds stuurde haar een e-mail met daarin de vraag of er nog gebruik was gemaakt van zijn machtiging. Er bleek achteraf een verschil in opvatting betreffende de inhoud van het telefoontje. De rechter-commissaris vond achteraf dat hij geen mondelinge machtiging had afgegeven. Officier Hoekstra had echter de indruk dat het telefoongesprek met Helmonds van de avond ervoor, wel degelijk een machtiging tot de actie bevatte.
Toen de zaak begin deze zomer voor de rechter kwam, ontdekte advocaat Henk Brink, die de in die bewuste februarinacht gearresteerde Kroaat Dejan J. bijstaat in de strafzaak, onregelmatigheden in het strafdossier, en de daarin opgenomen processen-verbaal van Helmonds en Hoekstra. Hij eiste niet-ontvankelijkheid van het OM, en uitte aantijgingen van fraude tegen de raadsheer en officier van justitie Hoekstra. Kort daarna verscheen een artikel in Vrij Nederland over de kwestie.
Die aantijgingen van Brink, en het artikel in VN bleken stof voor verder onderzoek naar Helmonds. Op 21 juni werd hij verhoord door een Haarlemse rechter-commissaris.
Niet consistent
Helmonds verhaal daar was niet consistent. Hij verklaarde voor de rechter-commissaris eerst geen machtiging te hebben afgegeven voor de inval. Later in het verhoor draaide hij bij, en verklaarde dat wel te hebben gedaan “voor een op dat moment niet bekend adres,” blijkt uit het proces-verbaal dat is opgenomen in het arrest van de Hoge Raad.
De rechter kreeg het benauwd toen hij tijdens de ondervraging geconfronteerd werd met stukken betreffende de inval, waaronder zijn schriftelijke machtiging, met daarop wel het adres waar de inval plaats had, en zijn handtekening. “Ik voel me gefopt,” aldus Helmonds die twijfelde aan de echtheid van de getoonde stukken. “Ik ben bang dat iemand in mijn computer heeft gezeten en deze stukken heeft gemaakt,” voegde de magistraat zelfs toe. Hij herkende zijn zelf opgestelde machtiging niet.
Ongeveer een week daarna kwam het bestuur van de Amsterdamse rechtbank na nog verder gesprek met hem tot de conclusie dat er sprake was van ernstige feiten die tot Helmonds ontslag als magistraat zouden kunnen leiden: het achteraf verdoezelen van fouten en verdraaien van de waarheid. Het bestuur stapte naar de procureur-generaal.
Opzet?
Wilde Helmonds het vormverzuim bewust verdoezelen? De Procureur-Generaal vond van wel: “[…] rijst het ernstig vermoeden dat betrokkene zich na de doorzoeking heeft gerealiseerd dat bij de doorzoeking een fout was gemaakt en dat hij vervolgens heeft geprobeerd die fout te herstellen.” Vooral de e-mail waarin Helmonds nog aan Hoekstra vroeg of er nog gebruik was gemaakt van zijn machtiging, woog volgens de procureur-generaal zwaar. Nader onderzoek in de strafzaak zou nog verdere gronden voor ontslag kunnen opleveren, stelde deze verder.
Helmonds’ verweer: de gewraakte machtiging was een concept, en nog geen officieel stuk. En dat concept-stuk kwam per abuis in het strafdossier terecht. “Door onhandig gedrag is een steeds grotere sneeuwbal ontstaan, terwijl er in de kern niets aan de hand is.”
De Hoge Raad gelooft Helmonds verhaal over het concept-stuk en ontstane misvattingen in het telefoongesprek op de nacht van de inval, en wijst de vordering van de rechtbank Amsterdam en de procureur-generaal af: “(…) geen grond voor een vermoeden dat betrokkene de bedoeling heeft voorgezeten de waarheid te verhullen,” aldus de Hoge Raad.
Nog niet afgedaan
De kwestie is daarmee nog niet afgedaan voor Helmonds en Hoekstra. Advocaat Henk Brink heeft inmiddels tegen zowel officier van justitie Hetty Hoekstra, als raadsheer Helmonds aangifte gedaan. Brink: “Linksom of rechtsom is er sprake van valsheid in geschrifte. Er is geprobeerd om achteraf de werkelijke gang van zaken te verdoezelen en het te laten lijken alsof alles conform de regels is gegaan.” De advocaat zegt dat hij na een rondgang bij justitiële instanties met zijn aangifte, waaronder de Hoge Raad, de toezegging heeft gekregen dat zijn zaak in een neutraal arrondissement behandeld zal worden. Wanneer de zaak van start gaat, is nog niet bekend.
De laatste keer dat een soortgelijke procedure leidde tot het ontslag van een magistraat, was in december vorig jaar: een strafrechter functioneerde niet goed. In 2006 was er het ontslag van een raadsheer aan het Hof Leeuwarden, Wicher Wedzinga, alias ‘de rammende rechter’, die moest vertrekken na mishandeling van zijn vriendin. Hans Westenberg, vice-president van de Haagse rechtbank, ook bekend als ‘de bellende rechter’, mocht vorig jaar zonder tussenkomst van de Hoge Raad met vervroegd pensioen. Tegen hem loopt nog een onderzoek wegens meineed.