De Raad voor Rechtsbijstand is niet bevoegd om de inschrijving van een advocaat voor piketroosters zonder meer te beperken tot maximaal drie. Een advocaat die voor een vierde piketrooster ingeschreven wil blijven, moet de gelegenheid krijgen om zijn deskundigheid op dat terrein aan te tonen. Dat heeft de rechtbank Den Haag bepaald in een vorige week gepubliceerde uitspraak. Een maand eerder oordeelde de rechtbank Oost-Brabant het tegenovergestelde.
De Raad voor Rechtsbijstand beëindigt per 1 juli 2013 de deelname van de advocaat aan het vreemdelingenpiketrooster. De reden is dat de advocaat al deelneemt aan drie piketroosters. Op grond van de inschrijvingsvoorwaarden is drie het maximum, aldus de raad.
De rechtbank Den Haag vernietigt dit besluit van de Raad voor Rechtsbijstand. ‘Het in het kader van de deskundigheid beperken van het aantal piketroosters waaraan een advocaat mag deelnemen komt neer op het vaststellen van de regel dat iemand die op drie gebieden deskundig is bevonden voor deelname aan piketroosters, voor een vierde piketrooster niet deskundig kan zijn, zonder dat de deskundigheid ten aanzien van het vierde piketrooster wordt getoetst. (…) Een advocaat zal echter wel in de gelegenheid moeten worden gesteld om zijn deskundigheid aan te tonen,’ aldus de rechtbank.
De Inschrijvingsvoorwaarden van de Raad voor Rechtsbijstand zijn volgens de rechtbank in strijd met artikel 15 van de Wet op de rechtsbijstand. Om die reden moet aan de voorwaarden ‘verbindende kracht worden ontzegd’. Het besluit om de advocaat te verwijderen uit het vreemdelingenpiket wordt om die reden vernietigd.
De Raad voor Rechtsbijstand laat desgevraagd weten in hoger beroep te gaan. Dat is mede ingegeven door de tegenstrijdige jurisprudentie op dit punt. Op 12 november 2014 oordeelde de rechtbank Oost-Brabant dat de Raad voor Rechtsbijstand ‘geen onredelijke of willekeurige invulling’ gaf aan de bevoegdheid tot het stellen van regels door deelname te beperken tot drie piketlijsten. Volgens de Raad heeft ook de rechtbank Den Bosch op 20 mei 2014 aldus beslist. Die uitspraak is echter niet gepubliceerd.