Een 29-jarige man is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot 2,5 jaar cel voor een poging tot brandstichting bij advocatenkantoor Vaessen in Cuijk. Het OM had drie jaar cel geëist. Een 18-jarige medeverdachte – nog minderjarig op het moment van de poging – kreeg jeugddetentie en een werkstraf van 200 uur. Hun motieven zijn onbekend gebleven.
In de nacht van 15 september 2018 snelde de politie naar het advocatenkantoor nadat een getuige een poging tot inbraak had gemeld. Er bleek een ruit te zijn vernield; binnen vonden agenten een jerrycan met een verbrande prop papier ernaast, terwijl ze een sterke benzinelucht roken. De twee nu veroordeelde mannen werden kort hierna in de buurt gevonden en aangehouden.
Beide verdachten hebben zich sindsdien beroepen op hun zwijgrecht en hebben zodoende niets verklaard over hun motieven. De rechtbank oordeelt echter dat er voldoende bewijs is. Zo bleken de in de kleding en op de schoenen van de verdachten aangetroffen glassplinters hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit de ruit van het advocatenkantoor. Bovendien had de 29-jarige verdachte bij zijn aanhouding nog een aansteker in zijn vuist geklemd, zo staat in de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 31 mei.
De brand had niet alleen zonder twijfel ‘een verwoestend effect op het kantoorpand met houten vloeren en plafonds’ gehad, benadrukt de rechter, maar zou ook een levensgevaarlijke situatie hebben opgeleverd voor een bejaarde vrouw die op dat moment in de aangrenzende woning lag te slapen. De rechtbank vermoedt net als de officier van justitie een ‘doelgerichte aanslag’ op het kantoor, mogelijk in opdracht, maar kan door het zwijgen van de verdachten niet anders dan gissen.
‘De onduidelijkheid over het motief en daarmee de onduidelijkheid uit welke hoek de dreiging komt en de vrees voor herhaling heeft een grote impact gehad op de advocaten en de omwonenden […],’ zo staat in het vonnis. ‘Daarmee belet verdachte dat de rechtbank meer inzicht krijgt in de aanleiding en de motieven […]. Dat de poging tot brandstichting er niet toe heeft geleid dat er een gevaarlijke brand is ontstaan, is buiten de invloed van verdachte gebleven.’
De 29-jarige verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats moet daarom 2,5 jaar achter de tralies. De zaak tegen de nu 18-jarige verdachte werd achter gesloten deuren behandeld. Hij heeft 219 dagen jeugddetentie gekregen (waarvan 180 dagen voorwaardelijk) en een werkstraf van 200 uur.
Klik hier voor het vonnis over de 29-jarige verdachte