De rechtbank Amsterdam heeft voormalig advocaat Edwin Troost, twee weken geleden tot vier maanden cel veroordeeld voor zijn aandeel in de zaak Yellowstone, niet uit het beroep gezet. Het Openbaar Ministerie had dat geëist, ook al had Troost zich al uitgeschreven als advocaat.
Volgens de rechtbank is voor een beroepsverbod onvoldoende aanleiding nu een beperkt aantal ten laste gelegde feiten bewezen is verklaard, en Troost ook niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Het Openbaar Ministerie eiste in de zaak een ontzetting uit het beroep van advocaat voor de duur van twaalf jaar. ‘Als advocaat had hij een bijzondere positie – die hij nog vervulde ten tijde van het plegen van de feiten. Hij is ooit beëdigd om de rechtsstaat te dienen en dat heeft hij totaal uit het oog verloren. Dit dient in zijn nadeel te werken bij het bepalen van de strafeis. Daarnaast staat vast dat hij als advocaat heeft witgewassen door gelden via zijn derdenrekening te laten lopen en derhalve dient hij ontzet te worden van de uitoefening van zijn beroep,’ aldus de aanklagers.
De rechtbank veroordeelde Troost voor medeplichtigheid aan het medeplegen van afpersing en afdreiging, maar spreekt hem ook vrij voor een hele reeks andere strafbare feiten, waaronder het medeplegen van een poging tot moord. Onder die omstandigheden is ontzetting uit het beroep van advocaat niet aangewezen, aldus de rechtbank.
Aanstaande vrijdag maakt het landelijk parket van het Openbaar Ministerie bekend of er hoger beroep wordt ingesteld in de zaak Yellowstone.