Advocatenkantoor Schenkeveld laat een economisch rapport opstellen over een geschil tussen touroperators. Het conceptrapport wordt van verschillende kanten bekritiseerd, maar uiteindelijk door een advocaat van Schenkeveld geaccepteerd met de woorden: ‘Lijkt me goed zo. Wil jij tekenen en digitaal toesturen?’
Die woorden zijn geen vrijblijvende mededeling, aldus de rechtbank Noord-Holland. En dus moet het kantoor het factuurbedrag van ruim 23.000 euro betalen.
Het betreft een spoedklus. Economisch adviseur OmniCLES moet tegen de achtergrond van een conflict tussen touroperators de Nederlandse markt van aanbieders van onder meer pakketreizen in kaart brengen. Dat doet hij, maar als het conceptrapport er eenmaal ligt, gaan andere advocaten zich ermee bemoeien. Een advocaat waar Schenkeveld mee samenwerkt op het dossier laat van zich horen, en ook een advocaat die cliënt Prijsvrij in een geschil met een andere partij bijstaat.
De adviseur past het rapport op verschillende onderdelen aan. Hij laat echter wel weten niet alle suggesties voor veranderingen te hebben doorgevoerd. ‘Voor een deel was dit niet mogelijk omdat ik bepaalde stellingen niet kan onderbouwen (…).’ Daarop laat een van de betrokken advocaten weten dat hij in het rapport nog steeds stellingen ziet terugkomen ‘die niet bevorderlijk zijn voor de positie van Prijsvrij’. Na nog wat aanpassingen over en weer mailt de advocaat van opdrachtgever Schenkeveld dat hij akkoord is met het rapport. Hij dient het ook in als processtuk in de onderliggende procedure tussen de touropeators.
Schenkeveld weigert vervolgens te betalen voor het rapport. Volgens het kantoor voldoet het rapport ‘niet aan hetgeen Prijsvrij daarvan mocht verwachten’. ‘Er stonden feitelijke onjuistheden in, de resultaten waren ongunstig voor Prijsvrij en relevante vraagstukken werden niet behandeld. (…) Verder bevat het rapport zoveel disclaimers dat het nauwelijks zeggingskracht heeft.’
De kantonrechter oordeelt begin april dat Schenkeveld wel degelijk moet betalen. Het rapport is door de advocaat van Schenkeveld uiteindelijk akkoord bevonden met de woorden ‘Lijkt mij goed zo’. ‘Dit is geen vrijblijvende mededeling, omdat het een reactie is die moet worden bezien in het perspectief van genoemd proces waarin het conceptrapport uitvoerig door Schenkeveld (en derden) is beoordeeld en aanpassingen aan het rapport zijn doorgevoerd. Het akkoord (…) was het sluitstuk van dit proces,’ aldus de rechter.
Bovendien heeft de advocaat van Schenkeveld geen voorbehoud gemaakt. Als hij vond dat het uiteindelijke rapport niet deugde, dan had hij dat bij de oplevering kenbaar moeten maken en had hij het ook niet moeten indienen als processtuk. De advocaat ‘heeft het aangepaste rapport zonder voorbehoud tegenover [eiser] geaccepteerd zoals het is opgeleverd, en ingediend bij zijn memorie van grieven. Daarmee is het oordeel gerechtvaardigd dat [eiser] niet is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen tegenover Schenkeveld.’