Er moet een ‘reëel perspectief’ op verhoging van toevoegingsvergoedingen voor advocaten komen, willen er voor de gefinancierde rechtsbijstand ‘voldoende advocaten beschikbaar blijven’. Dit schrijft de Raad voor Rechtsbijstand in een position paper, als reactie op de plannen van minister Dekker voor vernieuwing van de gefinancierde rechtsbijstand.
De Raad constateert in de vrijdag gepubliceerde position paper dat de kabinetsplannen met name een stijging van de toevoegingsvergoedingen beogen als gevolg van een daling van het aantal toevoegingen, voorkoming van procedures en nieuwe inkoopmodellen. Hoewel de Raad erkent dat er op deze manier financiële ruimte ontstaat, vereist de stelselvernieuwing extra investeringen en exploitatiekosten, en blijkt ‘de haalbaarheid van de perspectieven erg onduidelijk’.
En gezien de onduidelijkheid over de haalbaarheid van de plannen, ‘vraagt de overheid feitelijk aan advocaten om diensten te blijven leveren tegen een tarief waarvan vaststaat dat het te laag is,’ aldus de Raad. ‘Daarmee groeit het risico dat advocaten dat niet meer willen doen. In het personen- en familierecht is die trend al waarneembaar.’ De draagvlak voor vernieuwing van het stelsel zal volgens de raad zeker verbeteren als er ‘perspectief op inkomensverbetering’ is.
Bovendien daalt het aantal afgegeven toevoegingen al sinds 2015, merkt de raad op, een trend die in 2018 verder heeft doorgezet. Het aantal daadwerkelijk gedeclareerde toevoegingen zit hier nog eens onder. Exacte cijfers over 2018 zijn nog niet beschikbaar; wel is bekend dat er in 2017 ruim 283.000 toevoegingsgebruikers waren, gezamenlijk goed voor ruim 415.000 toevoegingen.
Een groot deel hiervan wordt afgegeven in zaken van burgers tegen de overheid, geeft de Raad voor Rechtsbijstand aan, bijvoorbeeld na een wijziging van de regelgeving in voorzieningen. ‘Dit is een van de verklaringen voor het grote aantal toevoegingen in kwesties met de overheid. Overigens zou bij de desbetreffende (overheids-)organisaties onderzocht kunnen worden of verbetering van de procesgang mogelijk is. Voorstellen daartoe zagen wij niet’.
De stelling van de minister dat de kwaliteit van het toevoegingsstelsel ‘een blackbox’ is, wijst de raad af. Gebruikers van toevoegingen blijken zeer tevreden te zijn over hun advocaten, blijkt uit onderzoek. Gebruikers in strafrechtzaken geven hun advocaat gemiddeld een 8,3 en in niet-strafrechtelijke zaken een 7,7.
Klik hier voor het volledige document