EenVandaag liet in een uitzending in september 2017 advocaat Mariëlle van Essen aan het woord over de politie die kritische agenten zou willen lozen door ze een ‘psychiatrisch stempel’ te geven. Ze kwalificeert die handelwijze naar aanleiding van een concrete zaak onder meer als ‘echt schandalig’. Een betrokken mediator vangt bot bij de Raad van Discipline: de bewoordingen worden misschien als grievend ervaren, maar zijn niet onnodig grievend.
De zaak begint in 2012, als een agent een boete uitschrijft en deze later onder druk van haar chef moet intrekken. Daarmee is de zaak niet klaar: de chef heeft het daarna op haar voorzien.
Mediation moet de oplossing brengen. Daarbij zijn de agent met haar vertegenwoordiger, een mediator, een politiechef en een politiejurist aanwezig. Op een gegeven moment wordt de agent verzocht de ruimte te verlaten met haar vertegenwoordiger, waarna het gesprek achter gesloten deuren wordt voortgezet.
Twee weken later ontvangt de agent een audio-opname van dat gesprek, en dan hoort de agent hoe ze als psychiatrisch patiënt wordt weggezet: ze zou ‘de psychiatrie voorbij’ zijn. Ook hoort ze hoe ze haar op medische gronden goedkoop willen ontslaan. Daarna wordt een strafrechtelijk onderzoek opgestart om te achterhalen wie de audio-opname heeft gemaakt.
Van Essen, in het kader van dat strafrechtelijke onderzoek door de agent in de arm genomen, reageert met een artikel op de website van haar kantoor en in de uitzending van EenVandaag, waarbij ook de mediator er van langs krijgt. ‘Dat is gewoon echt schandalig. Waar het eigenlijk op neerkomt: deze mevrouw is, dat zegt de mediator ook letterlijk, nog voorbij de psychiatrie, dus mevrouw is niet gewoon gek, maar ze heeft nog een soort van overtreffende trap van gek en ja hoe kunt u er nou voor zorgen dat deze mevrouw, omdat ze gek is, we dat zwart op wit krijgen en u op die manier haar eruit kan werken. Een mediator he? Let wel, iemand die belangeloos moet zijn, die voor beide partijen moet opkomen en moet kijken, kunnen we er met elkaar uitkomen.’
De Raad van Discipline begrijpt dat de mediator de bewoordingen mogelijk als grievend ervaart, maar ze zijn niet onnodig grievend. ‘Verweerster sub 1 heeft tijdens de uitzending van EenVandaag als partijdig belangenbehartiger het standpunt van haar cliënte verwoord, en daarmee het belang van haar cliënte gediend. Verweerster sub 1 heeft rekening gehouden met de belangen van klager door hem niet bij naam te noemen. Dat verweerster sub 1 zich in de uitzending van EenVandaag heeft bediend van (feitelijke) stellingen waarvan zij de onjuistheid kende of redelijkerwijs kon kennen is de raad niet gebleken.’