De advocaat die voormalig advocaat Robert Moszkowicz als doorgeefluik inschakelde bij de echtscheidingszaak van concertpianiste Eleonora Semjonova, is door de Raad van Discipline in Amsterdam één maand voorwaardelijk geschorst. Volgens de raad liet de advocaat onduidelijkheid bestaan over de financiële consequenties van zijn bijstand, en verzuimde hij ook te onderzoeken of de vrouw in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtsbijstand.
We beschreven de zaak Semjonova eerder in het artikel De rafelranden van het recht: een zaakje met Robert Moszkowicz. Zij maakte een afspraak met gesloten beurzen met Moszkowicz, pianoles in ruil voor rechtsbijstand, maar werd later toch met allerlei rekeningen geconfronteerd.
Die rekeningen waren onder andere afkomstig van de postbusadvocaat die Robert Moszkowicz inschakelde om te kunnen procederen voor Semjonova. Zelf omschreef Moszkowicz deze ‘procesadvocaat’ als ‘een soort bode, die de processtukken via mij overlegd (sic) aan de Gerechten en tevens waar nodig u en mij vergezelt bij zittingen bij die Gerechten.’
De Raad van Discipline geeft duidelijk te kennen dat het een advocaat niet past om postbode te spelen voor een geschrapte advocaat. Uitgangspunt is, schrijft de raad, dat de advocaat ‘de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de behandeling van de zaak die aan hem is toevertrouwd. Hij kan zich niet aan deze verantwoordelijkheid onttrekken met een beroep op de van zijn cliënt verkregen opdracht.’
Toch worden de klachten op dit punt niet ontvankelijk verklaard. ‘Vraag is echter of klaagster belang heeft bij haar klacht. De raad volgt klaagster niet in haar stelling dat zij is misleid. Uit de voornoemde correspondentie, en de overige correspondentie tussen klaagster, mr. M. en verweerder, blijkt dat klaagster duidelijk is gemaakt wat de verhouding was tussen de werkzaamheden die mr. M. zou verrichten en de werkzaamheden die verweerder zou verrichten. Ook is niet gebleken dat klaagster inhoudelijk (ter zake van het hoger beroep) slecht is bijgestaan (…). Gelet hierop is de raad van oordeel dat de klacht dat verweerder mr. M. gefaciliteerd heeft om zich te gedragen als ware hij advocaat, het in deze tuchtprocedure aan de orde zijnde persoonlijke belang van klaagster overstijgt. Een voldoende eigen belang dat door de handelwijze van verweerder is geschaad is de raad niet gebleken.’
De postduif is wel in de mist gegaan bij het informeren van de cliënt over de financiële consequenties van zijn bijstandverlening. Die tekortkomingen zijn ernstig, aldus de raad. Daar komt bij dat verweerder ‘in het geheel geen blijk heeft gegeven de onjuistheid van zijn handelen in te zien’.