Sinds de vrijlating van de tarieven in het notariaat zijn de prijzen transparant, waardoor het aanbod goedkoper is geworden. De kwaliteit van de notariële dienstverlening is echter niet transparant. De klant selecteert zijn notaris daarom vooral op prijs, vooral in het vastgoed. De goedkoopste aanbieder wint en kwaliteit wordt uit de markt gedrukt. Een zorgelijke ontwikkeling, vindt voormalig voorzitter van de KNB Dolf Plaggemars, waarmee ook het publiek niet is gediend. Zeker in het consumentenvastgoed zouden de tarieven daarom niet aan de markt mogen worden overgelaten.
Plaggemars bepleit dat in het proefschrift Is de notaris de markt meester?, dat hij vandaag verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Bemoeienis
De oud-notaris is voorts van mening dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), hoe geëquipeerd mogelijk ook, zich niet zou mogen bemoeien met de verordeningen van de KNB. Die verordeningen zijn goedgekeurd door de minister van Justitie. Ze hebben daarmee een ‘overheidskeurmerk’ verkregen en zijn daardoor onbetwist geldend, stelt Plaggemars. Hij wijst erop dat het notariaat in verschillende Europese landen om die reden is uitgesloten van toezicht door de nationale mededingingsautoriteit.
Specialisatie
Plaggemars pleit verder voor het opheffen van de verplichting voor notarissen om alle notariële diensten aan te bieden op de gebieden familierecht, ondernemingsrecht en vastgoedrecht. “Het wordt tijd dat notarissen zich net als de artsen mogen specialiseren”, vindt hij. “De huisarts blijft in een grote behoefte voorzien. Zo ook de generalistisch werkende notaris. Maar voor de lastige gevallen is het goed dat er specialisten zijn. In het notariaat kunnen daardoor nichekantoren ontstaan. Die ontwikkeling zal leiden tot een betere dienstverlening aan de cliënt en tot een uitdagender en aantrekkelijker notarisambt.”
De toetredingseisen tot het notariaat kunnen verder verlicht worden, meent Plaggemars, vooral voor her- en zij-instromers in de notariële praktijk.
Makelaars zouden weer aan een eensluidende kwaliteitstoets, toezicht en tuchtrecht moeten worden onderworpen. Daar heeft de marktwerking gefaald, aldus Plaggemars.
Toezicht
De promovendus is van mening dat toezicht op (de kwaliteit van) het notariaat noodzakelijk is. “Maar goed toezicht is duur. Het zelfrijzend bakmeelgehalte bij toezichthouders in het algemeen moet worden verminderd. Daartoe kan meer gebruik gemaakt worden van een uitbesteding van taken aan beroepsorganisaties en vergelijkbare instanties. In samenwerkingsconvenanten kan een en ander worden geregeld. De toezichthouder controleert de uitgevoerde toetsingen. De beroepsorganisaties e.a. kunnen de toezichttaken op hun beurt weer vergemakkelijken door de ondertoezichtgestelden te verplichten kwaliteitsprotocollen te hanteren.
Tot slot pleit Plaggemars voor de inschakeling van de notaris bij de ‘voorlopige’ koopakte. “Juridische voorlichting en advisering van de notaris in een stadium dat er nog wat te overdenken valt, werkt beter dan de huidige bedenktijd van drie dagen, die nota bene alleen voor de koper geldt.”